zondag 18 december 2011

19/12 Schemervlucht in de media

Afgelopen vrijdag werd er een aardig artikel gepubliceerd in de Staatskrant/Buurtkrant. De krant (oplage 22.000) wordt goed gelezen door Amsterdammers. Ik ben er heel blij mee. Mijn uitgever liet weten dat Viva op haar facebookpagina vanaf 19 december gratis boeken weggeeft. Iedereen doet zijn best om het publiek bekend te maken met mijn roman.

maandag 5 december 2011

5/12 Empty nest-gevoel

Noraly Beyer is net klaar met voorlezen
Het ei is gelegd en het boek is te koop. De media heeft er lucht van gekregen en de interviewaanvragen druppelen binnen. De boeketten bloemen van de boekpresentatie waren na een week aan het verwelken geslagen. Gisteren moesten ze met het huisvuil mee. Het huis oogt direct leger.

Hierdoor denk ik terug aan de vraag die een bevriende tekstschrijver mij stelde na afloop van de boekpresentatie: ‘heb je al een empty nest-gevoel?’

Deze week komt er een stukje over de boekpresentatie op Hello Anco-magazine. Journalisten vragen of ik inmiddels aan een tweede boek ben begonnen. Vingers jeuken. Empty nest-gevoel? Is daar tijd voor dan?

Thuis liggen wat Schemervluchtjes op de boekenplank in de werkkamer. Af en toe loop ik erheen. Ik kijk dan liefkozend naar de kaft en ruik er stiekem aan. Er gaat niets boven de geur van nieuwe boeken.

Op Facebook druppelen positieve reacties binnen van mensen die het boek gelezen hebben en het niet konden wegleggen. Waar ik een jaar mee bezig was, hadden zij in twee dagen uit. Ik staar naar een spiksplinternieuw notitieboekje en pen die de aantekeningen voor roman twee moeten opvangen. Ze liggen al een paar dagen eenzaam op mijn bureau te wachten tot ik me over ze ontferm. Empty nest-gevoel?

Misschien een beetje…



maandag 14 november 2011

14/11 Live: website en titelsong Schemervlucht!

Gisteravond is schemervlucht.com, de website van Schemervlucht live gegaan! Op de homepage staat een prachtige banner die gemaakt is door Anco van Hal en op overige pagina’s staan teksten die wat achtergrondinformatie geven over mijn roman. Voor de pagina 'over de schrijver' had ik een kersverse foto die fotograaf Jaiwey Nuij vrijdag van mij maakte in het kantoor van Anco van Hal (zie hiernaast). Onder de pagina ‘Trivia’ kan iedereen nu lezen waar Schemervlucht op geïnspireerd is. Lang leve wordpress waar je in een dag een website live kunt zetten.

Sinds twee dagen staat het nummer Hard not to Know op YouTube. De foto die tijdens het nummer te zien zijn, tonen een verhaal achter de schermen. Eerst een compilatie van foto’s die gemaakt zijn door mijn zus tijdens de boektrailer shoot van Schemervlucht. Vervolgens foto’s die gemaakt zijn tijdens de maand die ik in Australië verbleef om de laatste hoofdstukken van het boek te voltooien.

Gisteravond las ik op Twitter een bericht waarvan ik heel blij werd: Linda Samplonius van de Viva heeft mijn boek gelezen en ik krijg een recensie in de Viva! Dit was haar Tweet:

Ik had zoveel meer kunnen doen vandaag. Het enige wat ik heb gedaan is de drukproef van @alexsmith1501 in één ruk uitgelezen. #RecensieViva

Goede recensies zijn goud waard, en schrijvers zijn altijd onzeker over de ontvangst van hun werk. Het was dan ook het hoogtepunt van mijn weekend. Hieronder de YouTube-versie van Hard not to know, voor wie het nog niet gezien had.



donderdag 10 november 2011

11/11 Een stemmetje dat steeds luider wordt






In het begin zat ik wel eens met mijn handen in mijn haren, letterlijk. In een grote stapel papier met teksten die ik soms jaren terug geschreven had, probeerde ik materiaal te vinden dat ik gebruiken kon. Ik begon te schrijven en herschrijven en de eerste hoofdstukken dienden zich aan. Dapper, ingetogen. Het gaf me de moed om door te gaan. Ik durfde niet te denken aan wat daarna kwam. Eerst moest ik het nog zien te voltooien.  Lang leek de weg naar het einde. Tot het einde zich aandiende, daar in Australië, precies zoals ik het gepland had. Na een jaar thuis ploeteren en een maand schrijven in Australië is het eindelijk klaar. Schemervlucht is geboren.

Terug in Nederland kwam de drukte. Er moest van alles geregeld worden. Een maand weggaan, betekent terugkomen in chaos. Werk stapelt zich tijdens je afwezigheid op en kijkt je bij terugkomst grijzend aan. De glimlach van vriend lief is groter en aantrekkelijker en dus wacht je zeker nog twee dagen voor je weer in de werkmodus gaat. Dan begint de strijd met de jetlag. Die wint bijna altijd. Liters koffie kunnen daar niet tegenop. Intussen bellen vrienden die met je af willen spreken. Nieuw werk belandt bovenop de stapel werk dat nog lag te wachten. Opdrachtgevers zeggen 'neem vooral je tijd' maar op de achtergrond hoor ik vingers op tafel trommelen. Of zijn die van mij? Ik begin een hekel te krijgen aan het woord deadline, wat niet handig is in mijn beroep.

Dan, na twee weken, zie ik de stapel langzaam krimpen. De review van Noraly Beyer komt binnen en ik begin een beetje te ontspannen. Ik word warm van het ontwerp van de boekcover en weer later blader ik verheugd in het binnenwerk van Schemervlucht. Opeens ben ik alleen nog maar aan het doen wat ik echt leuk vind. Boeken redigeren van anderen en pr-zaken rondom mijn eigen boek regelen. Ik besef me dat ik gezegend ben.

Vandaag kan ik niet geloven dat ik alweer drie weken terug ben. Maar ik besef me dat ik niet alleen ben teruggekomen. Schemervlucht is meegekomen en zorgt ervoor dat Australië nog lang bij me blijft.

Gisteren kreeg ik weer een cadeautje. In mijn mailbox vond ik de boektrailer. Die is mooi, kort en krachtig geworden. Het ziet er gelikt uit. Met een gerust hart sluit ik de dag af met een laatste taak: het afredigeren van een hoofdstuk van een thrillerauteur die momenteel zijn tweede boek aan het afronden is. Onder het genot van een wijntje. Zachtjes klinkt in mijn achterhoofd een stemmetje dat steeds luider wordt. I love my job.

Behind the scenes van de boektrailer

maandag 26 september 2011

26/09 Behind the scenes: schrijven in Australië

Behind the scenes cover shoot
Het was een gekkenhuis in de weken voor mijn vertrek naar Australië. Allerlei opdrachtgevers kwamen op het laatste moment nog met werk aanzetten en ik heb tot een uur voor mijn vertrek naar het vliegveld nog hard gewerkt aan het redigeren van een hoofdstuk van een thrillerauteur.
In het vliegtuig had ik genoeg tijd om bij te komen. Ik kon terugkijken op productieve weken waarin spannende dingen plaatsvonden, zoals de cover shoot en de boektraileropnames die plaatsvonden op 9 september en het nummer dat ik geschreven heb met Robby Oehlers, dat in de boektrailer zal worden gebruikt. Als er ruimte voor is, ga ik het zeker zingen tijdens de boekpresentatie.

Nergens voel ik me meer thuis dan in een vliegtuig. Het is de enige plek waar niemand me kan storen en ik alle tijd van de wereld heb om mijn hobby’s uit te oefenen: lezen, slapen, schrijven, muziek luisteren en films kijken. Zo heb ik de bijna 24 uur durende vliegreis met twee uur durende tussenstop in Hong Kong prima kunnen overleven. Toen ik in Sydney aankwam, was het rond 21.00 en heb ik op het vliegveld direct een nieuwe mobiele telefoon met lokaal nummer en een internetdongel gekocht. De jongen die me hielp was één van de meest efficiënte winkelmedewerkers die ik in mijn leven ben tegengekomen. Nog voor ik het vliegveld verlaten had, kreeg ik van de enige twee mensen die ik hier nog ken via mijn Nederlandse mobiel een uitnodiging om een welkomstdrankje te doen. Het was tenslotte vrijdagavond. Ik trof ze beiden ergens in een vage tent in Kings Cross, Sydney, dat is een beetje vergelijkbaar met het red light district in Amsterdam.  Ik deed wat drankjes met hen, constateerde dat ze weinig veranderd waren en ging een paar uur later naar bed omdat ik mijn jetlag niet erger wilde maken dan nodig was.
Bondi Beach als het druk is

Ik zit nu al anderhalve week in Bondi en heb in die tijd vijfduizend nieuwe woorden geschreven. Heel veel zin om tussendoor mijn schrijfblog bij te houden had ik niet. Dat herinnert me aan Nederland, en Nederland wil ik op sommige dagen gewoon vergeten. Natuurlijk heb ik ook veel van de zon genoten en wandelingen gemaakt, zoals van Bondi beach naar Bronte beach. Elke dag begint met het halen van een soy latte bij Chapter One, een nieuwe koffiebar die uitkijkt op het strand. Mijn koffie drink ik meestal op het strand zelf op, want op het strand zitten en koffie drinken is beter dan in een tentje zitten koffie drinken en uitkijken op het strand naar anderen die op het strand zitten en koffie drinken.

Relaxen
Chapter One is een van de drie plekken waar ik mijn mini laptop heen sleep om te schrijven. Op dit moment zit ik in Le Paris-Go Café waar ik een heerlijke brunch heb genoten. Vandaag ben ik verhuisd naar een andere accommodatie. De eerste was comfortabel want het was een studioappartement met alle faciliteiten en alle privacy van de wereld. Nu zit ik in een Bed en Breakfast, weliswaar met eigen kamer, maar de badkamer moet ik delen. De verhuizing was noodzakelijk omdat ik het zat was om elke ochtend om 07.00 wakker te worden door verbouwingsgeluiden. Rond dat tijdstip prefereer ik slapen boven de dialogen van bouwvakkers. Het viel me op dat ze bijna in elke zin ‘O, yeah, mate’ zeggen en heel hard praten. Het zijn geen dingen die ik wil opmerken als ik net wakker ben.

Als je alle dagen mooi weer hebt en een prachtige omgeving, ga je eraan wennen. Je neemt het ‘for granted’. Maar sinds vrijdagavond regent het, bijna non stop. Ik hoop dat het morgen opklaart. Regen is niet goed voor de portemonnee. Je gaat dan winkelen, wat op zich al vermoeiend is, maar ook niet goed is voor het budget dat je met jezelf hebt afgesproken.

Op niet productieve momenten
Ik kan niet echt zeggen dat ik een concreet ritme heb ontwikkeld. Elke dag ga ik ofwel een paar uur wandelen, ofwel naar yoga. En elke dag probeer ik te schrijven. Soms ’s ochtends, soms ’s middags, soms ’s avonds. Dat is tot nu toe redelijk goed gelukt. Het einde van het verhaal komt ook steeds meer in beeld. Ik ben geen schrijver die van tevoren dingen vastlegt, dus ik ben heel benieuwd hoe het afloopt. 

De dag dat ik naar Sydney vloog, was ook de dag dat mijn vriendin Katinka naar Peru vloog. Zij is nu in Lima voor het vervolg van haar Save the World project, zie http://www.mediamatic.net/page/182423/en. Ondanks een tijdsverschil van 14 uur geloof ik, tref ik haar regelmatig online en bespreken we onze dagelijkse beslommeringen wat heel fijn is. Ze gaat daar iets heel cools doen in een sloppenwijk.

Op gebied van werk is er nog een ander nieuwtje. Na Cosmopolitan ben ik nu ook benaderd door de Flair. Ze willen weten of ik ideetjes heb voor artikelen. Als ik terug ben in Nederland, zal ik daarover nadenken. Tot die tijd is mijn boek prioriteit 1.
Hoe deze ochtend begon

dinsdag 30 augustus 2011

30/08 Behind the scenes

Voor de haarstyling

Ik zal niet snel zeggen dat ik het druk heb, omdat ik vaak vind dat mensen dit te snel roepen. Laat ik dan zeggen dat er op dit moment wel heel veel projecten door elkaar heen lopen. Twee redigeerklussen, een opdracht voor het schrijven van webcontent op basis van SEO, het redigeren van een spannende thriller en tussendoor een hoop geregel voor de fotoshoot voor mijn boekcover en boektrailer. 
De oncharmante 'duurt het nog lang stand'
Vandaag was ik op visite bij Marion, de visagist/haarstylist. Ik wilde haar laten wennen aan mijn eigenzinnige haar. Dan geeft het op de dag van de shoot zelf geen stress en kan ik weer iets afvinken op het ellenlange lijstje ‘to do voor vertrek naar Australië'. 
Morgenavond ga ik de ideeën aanhoren die Film 1 voor mijn boektrailer heeft. Daar ben ik nu al erg benieuwd naar. En terwijl mijn lief nu aan het koken is, ben ik bezig met een herschrijfklus voor de provincie. Het kost veel tijd, je brood verdienen. Tijd die ik eigenlijk op een andere manier wil besteden. Aan de paar duizend woorden die ik nog voor vertrek wil schrijven, bijvoorbeeld. Ze blijven telkens liggen, net zoals het verzinnen van een passende boektitel. Vandaag verzon ik er weer tien. Ik zit nu op zestig, waarvan ik er 30 ongeschikt vind, 25 niet literair genoeg vind, 2 onvoldoende bij de inhoud (of hoofdmotief) vind passen en 3 die het ‘zouden kunnen zijn mits ik met niets beters op de proppen kom’. Ben ik te kritisch? Ik zal binnenkort eens een top 3 mailen aan mijn uitgever. 
Geföhnd: lang is mijn haar als het stijl is
Goed nieuws is er ook. Zo gaat Noraly Beyer mijn manuscript lezen en komt er een quote van haar op de omslag van mijn roman. Daarnaast heb ik samen met Robby Oehlers een mooi nummer geschreven voor de boektrailer en de boekpresentatie. Dinsdag gaan we het opnemen. 
Eindresultaat!


Ah. Het eten is klaar.

zondag 21 augustus 2011

21/08 Adoptieouders gezocht

Op alle fronten wordt debat gevoerd over waarom er niet bezuinigd moet worden op de kunst. Het valt me op dat het debat niet zelden neerkomt op een verdediging van het bestaansrecht van de kunst, en dat er zo weinig mensen zijn die dan goed onder woorden kunnen brengen waarom kunst belangrijk is in de samenleving. Dat is ook lastig onder woorden te brengen. Ik zal de laatste zijn die een poging zal wagen. Maar laten we eerlijk zijn, er zijn wel meer overheidsprojecten die belangrijk worden gevonden en waar onze belastingcenten heengaan, zonder dat we daar nu zo goed van onder woorden kunnen brengen wat het belang ervan is. Het enige dat ik zou willen is dat de kunst dezelfde kans krijgt als al die andere weeskinderen. De kans om zich aan te passen en zich voor te bereiden op de veranderingen die de bezuinigingen teweeg zullen brengen. In plaats daarvan is de kunst een weeskind geworden dat zo snel mogelijk op water en brood wordt gezet. De kunst moet op zoek gaan naar nieuwe adoptieouders en er zijn er maar weinigen die zich aanbieden. Pijnlijk voor onze beschaving.

zaterdag 13 augustus 2011

13/08 Dat stapje extra

Vandaag wandelde ik vanaf mijn huis naar het centraal station. Heerlijk in de fijne regen en uiteraard zonder paraplu. Daar heb ik namelijk altijd ruzie mee en ik raak mijn paraplu altijd kwijt. Omdat ik wandelde in plaats van fietste, vielen me ineens heel veel dingen op. Bijvoorbeeld dat het tijdelijke gebouw van het Cartesius lyceum tegenover mijn huis is afgebroken. En dat er ergens op een hoekje van de Van Diemenstraat braamstruiken groeien. Ze waren nog niet rijp, helaas. Weer een stuk verder ontdekte ik dat er tegenover grafisch ontwerpbureau Lava een kunstwerk staat dat doet denken aan een spin met poten van hout. Maar die poten hebben ook weer vertakkingen, waardoor ze op zichzelf de associatie oproepen van een kale ontwortelde boom. Voegen dit soort kunstwerken iets toe aan de locatie? Het was niet de eerste keer dat ik me zoiets afvroeg. Na de Van Diemenstraat passeerde ik het Stenen Hoofd, waar het Pluk de Nachtfestival neergestreken is. Elk jaar kunnen mensen hier ’s avonds films kijken die niet in Nederland zijn uitgekomen. Elk jaar neem ik me voor er misschien een keer heen te gaan. Bij de bar zag ik één bezoeker staan. Een handvol fietsen ving bij de ingang intussen flink wat regendruppels op. De festivalgangers moeten zeker nog komen, dacht ik. Dat denk ik iedere keer tijdens het passeren, bedenk ik me nu. Misschien is Pluk de Nacht niet populair genoeg, of misschien passeer ik het altijd op het verkeerde tijdstip. Een stukje verderop bekeek ik op de Westerdoksdijk nieuwsgierig de daar gevestigde bedrijven. Mijn ogen bleven rusten op het woordje Rape. Even was ik in de war. Rape? O, het was een woordgrapje van Rapenburg Plaza. Wat mensen al niet doen om de aandacht te trekken. Je zal als bedrijf maar de associatie met verkrachting als marketingtool inzetten. Even later bereikte ik het centraal station. De HEMA op het stationsplein was het oorspronkelijke doel van mijn wandeling. Drie weken geleden had ik via internet wat foto’s besteld. De daarop volgende bevestigingsmail beloofde mij automatisch dat ze binnen een paar dagen op te halen waren bij de vestiging van mijn keuze. Maar toen ik er twee weken geleden was, bleek ik voor niets te zijn gekomen. Het halve team werd ingezet om naar mijn bestelling op zoek te gaan. Vergeefs. Na een kwartier werd me geadviseerd om maar over een paar dagen weer terug te komen. ‘Ze zijn waarschijnlijk nog niet klaar.’ De woorden dreunen nog na in mijn achterhoofd. Soms heb je het gevoel dat er iets niet klopt. Dat gevoel had ik op dat moment. Volgens een e-mail waren ze wel afgeleverd, volgens het winkelpersoneel niet. Vandaag besloot ik vol te houden, ondanks dat de rij achter mij groeide en mensen mompelden dat ze graag ook aan de beurt wilden komen. Het personeel hield opnieuw een klopjacht. Twee verschillende mensen keken achtereenvolgens op precies dezelfde plekken. Met lede ogen zag ik het aan. Daarna, inmiddels was het tien minuten verder, kwam er één op het ‘briljante’ idee om naar achteren te lopen. Inderdaad lagen daar mijn foto’s. Ik liep weg, en bedacht me dat ze daar waarschijnlijk twee weken geleden ook al hadden gelegen. Maar wie doet er nog dat stapje extra tegenwoordig? Mopperend stapte ik even later de regen weer in, om me vervolgens direct weer om te draaien en terug te lopen naar de HEMA. Ik had geen plastic tasje gekregen, en dan worden foto’s nat. ‘Sorry mevrouw, ik was vergeten u een tasje aan te bieden.’ Wat zou de wereld er toch van opknappen als het normaal werd voor mensen om dat stapje extra te doen… 

zaterdag 30 juli 2011

30 07 Secret Umbrella: een magische reis

Op de foto met zangeres Paulina Dubaj van Secret Umbrella
Het blijft een feest. Tussen echte muziekliefhebbers in Paradiso staan, wetend dat je gewoon in je kloffie kan komen omdat niemand je zal beoordelen op je uiterlijk. De ogen zijn immers standaard op het podium gericht. Na Indian Askin en Jori Swart zat de sfeer er al goed in. Secret Umbrella betreedt het podium. Wacht, lopen mensen nu weg? Nee, ze gaan een drankje halen. De band installeert zich op het podium en neemt kalm de tijd om alles precies te krijgen zoals ze het willen hebben. Zangeres Paulina Dubaj heb ik eerder op het podium zien staan. Solo gaf ze altijd een indrukwekkende singer/songwriter perfomance. Ik ben benieuwd naar hoe ze het doet in een band. Tegen de tijd dat de band start, is slechts de helft van het publiek teruggekomen. Maar de daarop volgende minuten wordt het in no time weer stampvol. En dat is niet vreemd want vanaf het begin is het duidelijk dat deze band iets magisch heeft. De muzikanten zijn perfect op elkaar ingespeeld. Toeschouwers worden meegenomen op een muzikale reis die je af en toe aan andere grote artiesten doet denken, behalve dat dit toch heel authentiek blijft. Zo authentiek dat ik het lastig vind ze in een bepaald genre te plaatsen. Misschien is het ook het type genre dat je moet ervaren, in plaats van benoemen. Alles aan deze band is dynamisch, constant in beweging. Inclusief zangeres Paulina die bijna één wordt met de muziek en het publiek daarin meeneemt. Verbouwereerd aanschouw ik dit wonder, en ik kan me niet herinneren wanneer de laatste keer was dat ik zo’n goede performance heb gezien. Genoeg krijg je er niet van. Onderweg naar huis voel ik nog even of het aangeschafte promocd’tje nog in mijn tas zit. Eenmaal thuis voel ik me dusdanig geïnspireerd door de muziek dat ik zelf ook wil creëren. Mijn ziel is geraakt en ik wil schrijven! Maar daar ben ik toch iets te moe voor, dus ik kies voor mijn bed. Een week lang komt Secret Umbrella nog elke dag uit de boxen van mijn stereo. Ik hoor de zachte, fluwelen melodielijnen, afgewisseld met rouwe en verlangende uithalen van Paulina. Telkens als de vijf nummers afgelopen zijn ben ik teleurgesteld dat de cd is afgelopen. Met spanning wacht ik op de release van hun album.




dinsdag 19 juli 2011

19 07 Een glimlach zonder kwade bedoelingen

Ik keek omhoog. Een paar grijze wolken, maar in Malden overwon toch de zon. Terwijl ik het het bospad opliep, voelde ik het grind onder mijn schoenen knarsen. Rechts van mij zag ik een paar huizen. Het hoekhuis trok direct mijn aandacht. Op de oprit stond een zwarte cabrio, op deze afstand kon ik het merk niet onderscheiden. Interessanter vond ik de aanblik van blauw water dat ik tussen een hoge heg van bomen nog net kon zien. Een groot huis met een zwembad in de achtertuin, concludeerde ik. Meer dan een zweem van blauw kreeg ik niet te zien, maar het was voldoende om de eerste minuten van de wandeling te fantaseren over hoe het zou zijn om een eigen zwembad te hebben en daar op dagen als deze heel decadent in te zwemmen, zonder dat voorbijgangers daar meer dan een glimp van konden opvangen. Ik begon mijn stappen te tellen. Bij elke ademhaling waren het er acht, soms zes of zeven. Het was een meditatieve manier van wandelen die ik tijdens een mindfulnesscursus had aangeleerd. Ik werd er rustig van.

Zo nu en dan passeerden mensen mij. Standaard volgde dan van mijn kant een glimlach en een groet die soms wel, soms niet, beantwoord werd. Zo doe je dat als je buiten Amsterdam komt. Dan groet je voorbijgangers. Waarom glimlachte ik eigenlijk standaard? Was het niet normaler om gewoon te groeten met een neutraal gezicht? Een glimlach is bijna alsof je je moet verontschuldigen. Zo van: ‘sorry dat ik hier ook loop, maar ik heb geen kwade bedoelingen.’ Wat belachelijk is, want waarom zouden voorbijgangers ervan uitgaan dat ik tijdens een boswandeling kwade bedoelingen had? 


Ik probeerde het nu uit zonder glimlach. Het voelde onnatuurlijk, maar de daaropvolgende zes voorbijgangers hield ik dit dapper vol. Tot ik een vrouw zag naderen met een grote tas, een vrouw die ook gezien werd door zo’n twintig schapen die direct hongerig op haar afrenden (gelukkig stond er wel een hek tussen). Ze lachte verwonderd naar me. ‘Doen ze dat altijd?’ Ik haalde mijn schouders op en antwoordde dat ik het niet wist. Glimlachend liep ik verder. Zonder kwade bedoelingen. 




donderdag 14 juli 2011

Hello Anco: In de spotlights: Alexandra Smith

Een artikel over mij in blogmagazine! Hello Anco: In de spotlights: Alexandra Smith: "Tekst: Gastblogger Sandra van der Aa Fotografie: S. van der Aa/Nancy Schoenmakers/Kirsten Bijlsma/David van Pelt ‘Wanneer ik schrijf, zit ik even lekker in mij eigen wereld'

zondag 10 juli 2011

10 07 Doelen afvinken

Zodra ik het gevoel heb dat mijn leven saai wordt, ga ik doelen bedenken die ik af kan vinken. De afgelopen maand zijn er minstens drie geweest die me bezig hebben gehouden.

Doel: kijken of ik als model werk kan vinden in het buitenland
Mijn ‘modellencarrière’ begon ooit vijftien jaar geleden in Australië. Puur toeval. Ik was op een bankje in het park aan het schrijven in mijn dagboek en werd aangesproken. Vervolgens kreeg ik een rolletje als serveerster in de soap Home and Away. De afgelopen jaren ben ik nog redelijk actief geweest als model. Hoe ouder ik word, hoe leuker ik het vind. Maar voor ik de stekker er ooit uit trek, wil ik in ieder geval nog in het buitenland hebben gewerkt. En jonger worden we niet. Dus trok ik de stoute schoenen aan en benaderde wat bureaus die ik een paar foto’s opstuurde. Resultaat: ik mag een seizoen modellenwerk doen in Kaapstad! Doel afgevinkt.

Doel: artikelen schrijven voor tijdschriften die ik leuk vind
Ik spendeerde een dagje in de OBA. Uit de stapel tijdschriften die ik daar bekeek, bleven er zes over die ik wilde aanschrijven. Als je jezelf als redacteur aanbiedt, moet je al in de brief laten zien dat je creatief bent. Ik heb er dus behoorlijk wat uurtjes aan besteed om een verhaal op papier te krijgen waar ik zelf tevreden over was. Met succes: van de zes tijdschriften die ik op de ouderwetse manier een brief met cv stuurde, heeft de helft gereageerd. Eentje adviseerde mij in september met ideeën te komen. Een ander nodigde me uit en gaf me na de kennismaking meteen een opdracht voor een leuk artikel. Weer een ander tijdschrift liet me duiken in het thema 'vergeving' en me er twee artikelen over schrijven. Het werk is inmiddels af en ik heb er waarschijnlijk twee opdrachtgevers bij. Doel afgevinkt.

Doel: terug naar Australië
Ik zorg er altijd voor dat ik meerdere doelen bedenk, dat maakt het makkelijker om iets te bereiken. Een paar weken terug had ik dus ook bedacht dat ik weer eens een bezoek wilde brengen aan het land dat ik nog altijd als tweede thuisland beschouw: Australië. Dat had ik al tien jaar niet gedaan en dus werd het hoog tijd. Dit doel was kinderlijk eenvoudig. Ik hoefde er slechts een ticket voor te kopen. Waarom heb ik dat niet eerder gedaan? Check. Doel afgevinkt.

Doel: roman afschrijven
Dit doel loopt al een tijdje, zoals wel vaker het geval is met doelen die echt heel belangrijk zijn en zwaar tellen in je levensportfolio. Het vordert langzaam. Maar ik heb vandaag de 51.000 woorden gepasseerd! Ik vrees dat ik dit doel nog niet kan afvinken. In dit soort gevallen trek ik mijn koffer met wijsheden open om mezelf op te peppen: de weg er naar toe is het doel, het doel zelf het middel.

zondag 26 juni 2011

26 06 Één keer per week patat is voldoende

Onze maatschappij is zo gebaseerd op vormgeving dat we het normaal vinden om ons lichaam te vormen naar onze smaak. Of naar de lichamen van anderen. Ik heb er geen moeite mee dat er mensen zijn die vaste klant zijn bij de plastische chirurgie. En ik heb er geen moeite mee dat de één wat dikker is dan gemiddeld of dat de ander wat dunner is. Waar ik wel moeite mee heb is dat iedereen weet dat het ‘not done’ is om te zeggen dat iemand te dik is – stel je voor dat het kwetsend overkomt – maar dat het kennelijk prima is om te zeggen dat iemand te dun is. Te dun of te dik volgens welke maatstaven?, denk ik dan. Kunnen we gewoon niet mensen accepteren zoals ze zijn? Volgens mij is ‘gezondheid’ de beste reden om te besluiten of je moet aankomen of afvallen. Ik hoor al twintig jaar dat ik te dun ben, meestal van dezelfde mensen overigens. Ze baseren dat enkel en alleen op hun eigen idee over hoe dik of dun iemand moet zijn. Hun beeldvorming is gestoeld op de lichamen die ze in de media zien. Er wordt me regelmatig lacherig naar het hoofd geslingerd dat ik meer patat zou moeten eten, terwijl ik vind dat één keer per week patat eten meer dan voldoende is. Soms word ik argwanend bekeken. ‘Ze zal wel een eetprobleem hebben’, hoor ik ze denken. Ik eet drie keer per dag een normale maaltijd. Een of twee keer een tussendoortje, meestal fruit of een mueslireep of naturel chips of gemengde nootjes. Inderdaad neem ik bij de lunch meestal twee boterhammen waar anderen er vier nemen. Maar als je een verfijnd lichaam hebt, heb je gewoon minder nodig. Geen arts zal zeggen dat het te weinig is. Verder sport ik 2 tot 3 keer per week. Ik heb geraffineerde suikers uit mijn leven gebannen omdat die kankerverwekkend zijn. Ik bedoel, waarom moeten er suikers worden toegevoegd aan producten die van zichzelf al zoet zijn?! Toevallig ‘houd’ ik van gezond eten en daarom eet ik voor 80 procent biologisch. Ik voel me lekkerder bij een gifvrij lichaam. Frisdranken drink ik sinds mijn twintigste al niet meer en sindsdien zijn mijn darmen een stuk rustiger. Ik weeg al twintig jaar tussen de 50 en 53 kilo, laat dat nu net mijn natuurlijke gewicht zijn. Ja mensen, ook ik heb het wel eens druk en dan val ik inderdaad wel eens een kilo af en dat zie je bij mij dan sneller. Nee mensen, dat komt niet omdat ik geen vlees eet. Voordat ik vega werd, woog ik precies hetzelfde. En nee mensen, als ik een kilo afval betekent dat niet meteen dat ik een enge ziekte heb of lijd aan anorexia. Paniek is niet nodig! Mijn oma was dun, mijn moeder is dun en ik ben dun. In mijn jeugd noemden ze me wel eens een plank. Het zit in mijn dna. Een paar keer in mijn leven, meestal als anderen er weer over begonnen, heb ik het plan opgevat om twee kilo aan te komen. Meestal door een extra maaltijd in te lassen. Dat lukte een of twee maanden. Maar na het ‘dieet’ waren die twee kilo er in een paar weken weer af. Ik heb vanaf nu besloten dat het prima is om dun te zijn. Ik zal me helemaal niets meer aantrekken van afkeurende blikken en opmerkingen. Het is alsof ik me telkens moet verontschuldigen voor het feit dat ik ‘afwijk’ van het gemiddelde: me moet verontschuldigen voor het feit dat ik dun ben en niet overdadig veel patat eet of andere dingen die slecht zijn ('als ik jou was dan at ik de hele dag door snoep' - nee als je mij was dan ergerde je je de hele dag bont en blauw aan dit soort dooddoenerige opmerkingen). Dit is wie ik ben mensen, sorry als het je niet bevalt maar ik kan er ook niets aan doen dat moeder natuur mij een snelle stofwisseling heeft gegeven. Gezondheid is het grootste goed. Als ik het voor het kiezen had, was ik iets dikker. Puur omdat ik het oprecht esthetischer vind. Maar dit is wie ik ben. Misschien voldoe ik niet helemaal aan mijn eigen ideaalbeeld dat ook 'verpest' is door de lichamen die ik in de media zie. Maar ik troost me met het feit dat het wetenschappelijk bewezen is dat dunne mensen langer leven. Daar moet ik het mee doen. En jullie ook trouwens.

zondag 19 juni 2011

19 06 'Het is een bijzonder kind, en dat is ie’

Afgelopen woensdag had ik mijn buluitreiking in Groningen. Mijn professor gaf een speech waarvan ik zou willen dat ik die had opgenomen, zodat ik op dagen dat ik mij slecht voel over mezelf ernaar kan luisteren. ‘De meeste mensen van de oudere generatie kennen misschien wel de zin "het is een bijzonder kind, en dat is ie" uit Dik Trom,' begon hij. ‘Dit is ook van toepassing op Alexandra. Niet dat ze op Dik Trom lijkt (hierop begon iedereen in de zaal te lachen), want ze is geen jongen, niet dik en al helemaal geen kind, maar ze is wel bijzonder om meer dan één reden.’ Ik luisterde naar de man die mij tijdens mijn studie enorm had geïnspireerd en aan wie ik mijn verworven cum laude-titel Theaterwetenschap te danken heb. Mijn professor schilderde mij onder andere af als ‘multitalent’, 'ontzettend ‘sociaal vaardig’ en als iemand die ‘de dingen graag wil doorgronden en begrijpen’.
Ik kan me vooral vinden in het laatste. Vandaag had ik namelijk opnieuw last van deze karaktereigenschap. Ik had het hele weekend ervoor uitgetrokken om opnieuw te lezen wat ik tot nu toe geschreven heb. Alle 46.000 woorden. Welke lijntjes maak ik hier? Wat moet nog verder uitgewerkt? Wat is de functie van zus en wat is de functie van zo? En is deze zin niet te gekunsteld? Wat ben ik hier eigenlijk aan het doen? Schrap! Schrap! Schrap! De vragen die ik mezelf in rap tempo opwierp maakten dat ik eindigde in een gevoel van frustratie die me al snel begeleidde naar een tweede kop koffie. Voor mij op tafel begonnen de losse papiertjes met aantekeningen zich op te stapelen. Daarna begonnen ze zich te vermengen met voedselkruimels en de wikkelfolie van een mueslireep. Mijn mini-laptop die ik zo ambitieus mee had genomen naar de OBA, bleef onaangeraakt op tafel staan. Dichtgeklapt. Het kleine kreng leek me met een gemene grijns net zo lang aan te staren tot ik er genoeg van kreeg en het in mijn tas wegstopte. Uit mijn tas pakte ik vervolgens het nieuwe Schrijven Magazine. Nu kon ik gaan lezen over andere schrijvers die over zichzelf en het schrijfproces praten. Onderhevig zijn aan twijfel is niet iets wat mij als schrijver bijzonder maakt, weet ik. Meerdere schrijvers lijden tijdens hun schrijfproces aan deze kwaal en daar wordt het boek als het goed is beter van. Of ik aan het einde van mijn roman mezelf nog bijzonder vind is zeer de vraag. Maar dankzij mijn professor zal ik in ieder geval elke keer bij het horen van de naam Dik Trom een glimlach op mijn gezicht voelen opkomen.

donderdag 9 juni 2011

09 06 Navelstaren

Wordt het niet een fictieve vorm van navelstaarderij? Moet het plot niet een verrassende wending nemen? Is het wel literair genoeg? Wordt het personage wel geloofwaardig genoeg afgebeeld? Is hier geen sprake van stijlbreuk? Waarom moet ik nu ineens brieven erin gaan verwerken? Zou ik mijn schrijfblog niet eens moeten updaten? Op dat laatste heb ik gelukkig wel een antwoord, dat is een volmondig ja. Een blog bijhouden die de ontwikkelingen achter de schermen bijhoudt betekent dat je die ontwikkelingen beschrijft en dat heb ik al een tijdje niet gedaan. Ik heb gemerkt dat schrijven mij apathisch maakt. Dat is goed, verdedig ik mezelf, omdat apathisch worden betekent dat ik goed in het verhaal zit. Het liefst schrijf ik nu zeven dagen per week en gooi ik mijn hele sociale agenda in de prullenbak. Als ik aan het einde van het boek nog vrienden of überhaupt een relatie wil overhouden, lijkt me dit echter allesbehalve een goed plan. Dus ga ik toch op kraamvisite bij een van mijn beste vriendinnetjes die net bevallen is. Ga ik toch naar een vrijgezellenfeest van een vriendin omdat dat als het goed is maar 1x plaatsvindt. Toch naar de verjaardag van mijn zus. En aankomend weekend naar de verjaardag van een andere vriend en naar een bruiloft. Gisteren heb ik plechtig mijn laptop al na 1,5 uur dichtgeklapt om cadeautjes en knuffels langs te brengen bij een lieve vriendin die verdrietig is omdat haar vriend het heeft uitgemaakt. Het zijn allemaal uurtjes die ik met schrijven had kunnen invullen. Maar ik accepteer dat ik nu eenmaal niet op een hutje op de hei zit. Ook de zakelijke perikelen lopen gewoon door. Vorige week had ik een gesprek met een dj die een leuk boek schrijft en mij gevraagd heeft haar te begeleiden hierin. Daarna werd ik geïnterviewd voor een artikel dat binnenkort op blogmagazine Hello Anco geplaatst wordt. Samen met Anco van Hal stond ik op 1 juni in de Amstelveense krant: http://www.dichtbij.nl/amstelland/regionaal-nieuws/artikel/1969283/amstelveens-modellenbureau-lanceert-uniek-blogmagazine.aspx. En vandaag ga ik op visite bij een vriendin in Nijmegen. Maar voor het zover is heb ik twee mooie lange uren waarin ik weer met mijn neus, hart en ziel in mijn roman kan zitten!

dinsdag 24 mei 2011

24/05 Redigeren is leren

Dat een roman schrijven vooral ook betekent dat je veel aan het redigeren bent, is geen nieuws. Daar ben ik dus ook de afgelopen dagen flink mee bezig geweest. Naarmate het woordaantal groeit, groeit de leestijd en redigeertijd mee. En ja, dat is frustrerend. Want waar betrap ik mezelf op? Dat ik het niet kan laten om weer vanaf pagina 1 te beginnen met lezen en zo dus al twee dagen niet toe kom aan verder schrijven. Zelfs in teksten waar ik al vijf keer doorheen ben gegaan, ontdek ik weer zinnen of passages die ik anders wil verwoorden, scherper wil formuleren, aan moet vullen of gewoonweg in de prullenbak wil smijten. Op andere dagen wil ik mijn laptop zelfs uit het raam gooien. Hoe doen grote schrijvers als Arnon Grunberg dat? Het is een behoorlijke klus om een boek te schrijven en zeker ook leerzaam. De les die ik vandaag geleerd heb, is dat schrijvers zichzelf moeten beschermen tegen overijverige verbeteringsdrang! Andere valkuilen zijn twijfelen, geen knopen kunnen doorhakken of te lang ‘plotmijmeren’. Het beste is om al schrijvend de mysteries die zich vanuit het onbewuste aandienen te onderzoeken en al schrijvend het antwoord erop te vinden. Dat zegt tenminste John Gardner in zijn boek ‘De kunst van het schrijven’. Daar zit zeker iets in, aangezien ik vooral intuïtief te werk ga en meer een character driven schrijver ben dan een plot-driven schrijver. En om die onbewuste mysteries of antwoorden uit de tekst naar boven te krijgen, moest ik toch echt het hele verhaal weer opnieuw lezen. Gelukkig werd ik direct weer geïnspireerd. Na de redigeerslag (die weer zeker een of twee dagen zal duren maar ook het woordaantal zal verhogen) kan ik eindelijk verder schrijven. Gelukkig zit ik morgen vijf uur in de trein.

maandag 2 mei 2011

01/05 Van Second Life naar Third Life

Vandaag heb ik de 30.000 woorden overschreden. De ideeën blijven binnenstromen en ik wou dat ik de rest van mijn leven zo kon doorbrengen: schrijven, lezen en inspirerende uitstapjes maken. O, en natuurlijk op 30 april feesten in Amsterdam, want Koninginnedag was net als elk jaar erg vermakelijk en erg oranje. Over oranje gesproken, wat me al een maand bezighoudt is een opmerking die de professor maakte die mijn scriptie beoordeelde. Hij vond dat we te veel in een vormgegeven maatschappij leven. Als voorbeeld noemde hij (foto)modellen, waarschijnlijk omdat hij net als vele andere mensen vindt dat mensen zich spiegelen aan modellen en daardoor aan hun figuur gaan sleutelen. De opmerking bleef in mijn achterhoofd hangen omdat ik me ineens realiseerde dat hij gelijk had. We leven in een vormgegeven maatschappij. En het is waar: we zijn erin aan het doorslaan. Iedereen kent inmiddels Second Life, de beroemde virtuele wereld die in 2003 het levenslicht zag op internet. Hier kun je zijn wie je wilt zijn. Een aantrekkelijke manier om jezelf te verheffen uit de werkelijkheid. Maar tegenwoordig leven we in een Third Life. Deze term werd bedacht toen mijn vriend me voor de zoveelste keer foto’s zag maken. Mijn camera heb ik standaard bij me. O, is dat weer voor je Second Life op Facebook? Door zijn opmerking moest ik weer aan het gesprek met de professor denken en we verzeilden in een discussie over hoe Third life er precies uitziet. En ik denk dat te weten. Second Life is leven naar je voorbeeld. En Third Life is hoe je dat verder vorm geeft in de virtuele wereld, bijvoorbeeld op Facebook. Dus met Koninginnedag kleden we ons oranje omdat we het voorbeeld van de massa volgen. En op Facebook, Twitter of Hyves selecteren we hieruit de leukste kiekjes (of filmpjes) en schrijven daar dan een tekst bij die het net even nog beter vorm geeft dan onze Second Life, dat op zich al een verbetering was van real life. Aan de andere kant is het concept van vormgeving zo oud als de mensheid en is het alleen maar natuurlijk om dan gebruik te maken van de middelen die we hiervoor ter beschikking hebben. Als kunstenaars stileren we de werkelijkheid en zullen we dat blijven doen. We vormen onszelf en proberen de wereld om ons heen ook te vormen. Verliezen we daarmee onze authenticiteit?

zondag 17 april 2011

17/04 If you can dream it, you can do it

Gisteren legde ik de allerlaatste hand aan mijn MA-scriptie: het printen en laten inbinden van drie exemplaren. Eén exemplaar deed ik direct op de post naar de professor die het mag beoordelen. Jarenlang was ik een Neerlandica met een BA-titel Theaterwetenschap. Maar nu ben ik officieel Neerlandica en Theaterwetenschapper, afgestudeerd in politiek theater. Stiekem noemde ik mezelf al een tijdje zo. If you can dream it, you can do it tenslotte. Na het behalen van deze mijlpaal besloot ik dit te vieren. Door heerlijk verder te schrijven aan mijn roman in lunchroom Freud op de Spaarndammerstraat. Sinds Turkije lukt het me slecht om er thuis aan te werken. Dus dan moet het maar voltooid worden op plaatsen waar ze lekkere koffie en gezonde broodjes serveren, zodat ik toch een beetje het reisgevoel vast weet te houden. En dat komt goed uit, aangezien mijn personage in het boek op dit moment ook aan het reizen is.

vrijdag 8 april 2011

08/04 Let the writing begin


Gisteravond aangekomen in Side, een plaatsje aan de Turkse Riviera. De schrijfvakantie begon officieel om 16.00 ’s middags toen ik in het vliegtuig plaatsnam in een stoel met voetenbankje en zeeën van ruimte om mijn benen te strekken. Naast mij probeerde mijn vriend hetzelfde uit. De eerste vraag van de stewardess, ‘water, jus d’orange of champagne?’, kon ik erg waarderen. Ik koos voor het laatste. Het was tenslotte de eerste schrijfvakantie ooit en elke mijlpaal, hoe klein ook, moet je vieren. Vanochtend aan het ontbijt liep ik me te vergapen aan het uitgebreide buffet. Keuzestress. Dan maar alles nemen: volgens vrienden en familie moet ik namelijk aankomen. En dus ontbeet ik met gekruide spinazie, gebakken aardappels, gegrilde courgette, aubergine en schijfjes tomaat met kaas, een spiegeleitje en tot slot een plakje fetakaas. De zon schijnt al en het is heerlijk warm als ik dit op mijn balkon intyp. Het is nu kwart voor elf lokale tijd. Hoog tijd om een plek te zoeken en te beginnen met schrijven!

maandag 28 maart 2011

28/03 Hoe Tinkebell de wereld redt


‘Though theatre can change the World, it will be by millimetres’
Peter Palitzsch


Het is zondag 27 maart 2011. Met tegenzin leg ik mijn scriptie weg. Ik heb een beeldende kunstenares beloofd om naar haar presentatie van het kunstproject Save The World te komen. Omdat we sinds kort bevriend zijn geraakt, besluit ik dat ik de conclusie van mijn scriptie ook wel kan schrijven op het einde van de dag. Mijn vriend trek ik mee. Het is mooi weer dus dat is mooi meegenomen. Aangekomen op de locatie nemen we plaats aan één van de vele tafels. Op de tafels staan steeds weer andere soorten theepotten, sommige antiek ogend, andere meer modern. Overal staan schalen met verschillende soorten gebak. Vers gebakken weet ik, me het sms’je herinnerend dat Katinka (beter bekend als Tinkebell) mij en anderen stuurde. Hierin vroeg ze of we eigen gebakken koekjes of cake wilden meenemen. In een andere sms had ze gevraagd om theepotten. Aan beide verzoeken had ik geen gehoor gegeven. Ik werd de afgelopen dagen opgeslokt door het afschrijven van mijn scriptie en ander werk. Een beetje onwennig om ons heen kijkend, namen mijn vriend en ik plaats aan een tafeltje dat goed zicht had op het scherm waarop later drie filmpjes zouden worden getoond. Een man met een vaag accent gaf een introductie op wat zou komen. Mijn ogen richtten zich op het scherm, terwijl ze af en toe afdwaalden naar Tinkebell die aan een ander tafeltje meekeek.
In de eerste film krijgen we een verslag te zien van hoe Tinkebell een hond ‘redt’ in Gambia. Uit de vele zwerfhonden kiest ze er één en brengt die naar een dierenarts. Die hond blijkt na het weekend ineens verdwenen maar de dierenarts wimpelt dit probleem weg met de woorden: ‘we found another dog, even better’. Tinkebell, wantrouwig ten opzichte van de dierenarts uit Gambia, zoekt een Westerse dierenarts op. Die behandelt de hond. Tinkebell vertrekt naar Nederland. We volgen dan een verslag van e-mailverkeer tussen Tinkebell en de dierenarts in Gambia. De hond ondergaat de ene medicatie na de andere, en overleeft de ene na de andere aandoening. Een paar keer vraagt de dierenarts aan Tinkebell om geld over te maken voor de medicatie en ingrepen. Na zes maanden reist Tinkebell naar Duitsland, waar de dierenarts met de hond heen is gereisd. Mijn vriend snapt tot zover niets van de film en fluistert in mijn oor: ‘Wat doe ik hier precies?’ Tinkebell kennende glimlach ik naar hem. Wacht maar, beloof ik. We zien hoe Tinkebell terugreist naar Nederland. De hond kijkt zielig, lijkt zich in zijn nieuwe omgeving niet thuis te voelen. Na een nacht de hond in huis te hebben gehad, zien we hoe Tinkebell de hond daarna aflevert bij het asiel. De dierenarts vraagt: Maar waarom heeft u het dier zes maanden laten behandelen en naar Nederland gebracht om het vervolgens bij een asiel af te leveren? Het antwoord krijgen we als toeschouwer niet te horen. We zien de hond achter tralies, met grote ogen kijken naar Tinkebell, die een foto van het beest maakt. Einde van de eerste film. In een tweede film zien we hoe Tinkebell twee Ikea showrooms koopt en ze inlaadt in een camperbus die helemaal naar de rand van de jungle van Guinea Bissau rijdt. We zien hoe Tinkebell daar een gezin met vier kinderen opzoekt. Ze leven in twee kleine ruimtes. Ze levert twee Ikea showrooms bij hen af, die precies passen in hun ruimtes. Daarna vertrekt ze, het gezin in vreugde achterlatend. Ze heeft ze ‘gered’. Mijn vriend heeft inmiddels de parodie door en begint het geniaal te vinden. Dan een derde film. Gedurende vijf dagen brengt Tinkebell een Chinese vogelkooiverkoper op de markt in Beijing elke dag een ander cadeau dat zij zelf leuk zou vinden. Eerst een taart. Dan een nieuwe kledingset (hij had elke dag hetzelfde aan). Dan een grote knuffelbeer. Dan een bezoek aan de kapper. Dan een tafel overladen met eten dat Tinkebell zelf heerlijk vindt, gebracht door een stoet uit het restaurant dat de man op de markt opzoekt. Gedurende die tijd communiceert Tinkebell niet met hem. Einde derde film.
Na deze drie films komen er vragen uit de zaal. Vragen als wat is er met de hond gebeurtd, wist het gezin uit Gambia dat u hen gebruikte voor uw kunstproject? en denkt u echt dat u deze mensen ergens van gered heeft? Mensen reageren deels ontstemd, deels lacherig. Tinkebell herhaalde tijdens het presenteren van de films regelmatig dat ze mensen ‘gered heeft’. Later blijkt dit een onderdeel van haar ‘act’ te zijn. Haar kunstproject is juist een onderzoek naar onze impulsen om - vanuit onze Westerse achtergrond - in landen die naar onze idee minder beschaafd of ontwikkeld zijn hulp te bieden en mensen te redden. Is het wel echte hulp die we geven, en waar komen die impulsen vandaan? Zegt het niet meer iets over onszelf? Het debat wordt op een bepaald moment grimmig als iemand Tinkebell vraagt of kunst geen grenzen moet kennen en of het wel verantwoordelijk is om bijvoorbeeld het gezin uit Gambia een dergelijk ongevraagd cadeau te doen en ze in het ongewisse te laten over haar intenties. Tijdens het debat wordt duidelijk dat ze van het publiek een denktank heeft gemaakt. Ze nodigt iedereen uit om op een online forum de projecten te blijven volgen (ze gaat in totaal 12 Save the World-projecten doen en reist hiervoor de wereld af). Iedereen mag op het forum feedback geven of ideeën opperen. Opgetogen verlaat ik na de presentatie het pand. Tinkebell zorgt er keer op keer voor dat ik de werkelijkheid anders ga bekijken en mijn denken aanpas. En dat is precies wat een politiek kunstenaar hoort te doen. Haar werkwijze levert dikwijls kritiek op van de media maar ze conformeert zich niet. Daar is lef voor nodig. Dit had een theatervoorstelling kunnen zijn. Voor mij is politiek theater dus springlevend. Ik heb geen schouwburg nodig om het bewijs hiervoor te leveren. Tinkebell redt niet de wereld, ze redt het theater.

zondag 27 maart 2011

donderdag 24 maart 2011

24/03 Waiting to exhale


De afgelopen weken heb ik het erg druk gehad. Als PR Manager voor Anco van Hal ben ik bezig geweest met het organiseren van onze eerste Meet n Greet-party. Die was overigens een groot succes. Ik heb zelf drie nummers gezongen en later gaf zangeres Harriette Weels (van Mai Tai) ook nog een optreden. Als theaterwetenschapper ben ik bezig geweest me nog meer te verdiepen in het politieke theater zodat ik mijn MA-scriptie kan afronden (die moet binnen een week af zijn). Ik ben er nu achter dat het vrouwentheater in Nederland een interessante ontwikkeling heeft doorgemaakt. Van de strijd om sociale en maatschappelijke gelijkheid, via het presenteren en deconstrueren van het (onjuiste) vrouwbeeld naar het ontdekken van zichzelf en hiermee experimenteren op het toneel. Vrouwen op het toneel laten vandaag de dag zien wie ze willen zijn maar het is niet altijd zo vanzelfsprekend geweest. Goed om dat eens te beseffen. Als redacteur ben ik bezig geweest met de beeldredactie van een reisgids en probeer ik voor een andere klant een naam te verzinnen voor zijn net opgestarte werving- en selectiebureau. En tot slot ben ik als schrijfster een heel klein beetje toegekomen aan mijn roman en heb ik gisteren weer een goed gesprek gehad met mijn tegenlezer, journaliste Susan Traag. Heerlijk als je op literair gebied op één lijn zit en iemand hebt die je net zo scherp houdt als je jezelf zou houden. Heerlijk ook als je dat als freelancer lekker op het terras in een fel brandende zon kan doen. Maar door de drukte van al mijn verschillende functies wacht ik soms erg op het moment dat ik weer rustig kan uitademen. Waiting to exhale.

dinsdag 15 maart 2011

15/03 In de krant!


Op zondag 6 maart was ik aanwezig tijdens een open dag bij mijn uitgever, Schrijverij Mooi Mens. De lokale pers was ook aanwezig en nam een foto. Renate Diks stuurde me over de post een stukje op uit de weekkrant.

Het artikel is te lezen op http://www.deweekkrant.nl/files/pdfarchief/BTW/20110309/BNK_BTW-1-07_110309_2.pdf

Intussen ben ik de hele week bezig met de voorbereidingen van de Meet n Greet-party van Anco van Hal en een beeldredactieklus. Vooral zwaar als je geen weekend hebt gehouden: ik ben het hele weekend bezig geweest met het schrijven van mijn scriptie. Die moet over een week zo'n beetje af zijn dus voorlopig kom ik niet toe aan mijn roman, hoewel ik er veel mee bezig ben in mijn hoofd. Ik kijk uit naar mijn maand schrijfvakantie!

donderdag 10 maart 2011

10/03 Wie is John Galt?


Ik ben weer eens een boek aan het lezen: Atlas Shrugged van de in 1982 overleden schrijfster Ayn Rand, ook wel bekend als grondlegger van het objectivisme. Het boek zou geïnspireerd zijn op Nikolas Tesla dus dat belooft wat (ik ben pas bij pagina 20). Wat me nu al opvalt, zijn de levendige dialogen die ze neerzet. Knap hoe de hand van de schrijver daarin niet terug wordt gezien. Dit komt omdat je jezelf als lezer in de dialogen verliest. En wat nu al spannend is: al drie keer vraagt er een (onbelangrijk) personage uit het verhaal uit het niets: Who is John Galt? Het is zelfs de eerste zin die je leest in het boek. Misschien houdt ze deze truc vol tot het einde en kom ik er nooit achter wie John Galt is. Dan zal ik na het lezen van het boek heel internet afspeuren voor het antwoord, maar ze leert me meteen hoe je met mysterie vragen en spanning bij de lezer kunt oproepen. Het zal trouwens nog wel even duren voor ik het boek uit heb: het telt maar liefst 1168 pagina’s.

Ayn Rand: My personal life is a postscript to my novels: it consists of the sentence: ‘And I mean it’. I have always lived by the philosophy I present in my books – and it has worked for me, as it works for my characters. […] My philosophy, in essence, is the concept of man as a heroic being, with his own happiness as the moral purpose of his life, with productive achievement as his noblest activity, and reason as his only absolute.

Van mensen die het gelezen hebben hoorde ik dat het lezen van haar werk je visie op maatschappelijke issues radicaal kan veranderen. Ze heeft vele volgers maar roept ook discussie op. Dus ik ben zeer benieuwd!

dinsdag 1 maart 2011

01/03 Anna Drijver blijft!

Schrijven is een heerlijk proces, soms een frustrerend proces, maar altijd heel leerzaam. Ik haal mijn inspiratie uit de alledaagse dingen, uit mijn persoonlijke ervaringen en uit films en boeken die me raken.

Soms weet ik direct als ik kennis neem van het bestaan van een boek dat ik het wil lezen. Dit was het geval met het boek Je Blijft van Anna Drijver, die ik op Facebook en Hyves heb staan omdat ik in een ver verleden eens met een groep meiden ging stappen in België, en zij een van die meiden was. Het was een topavond, en ik heb hem nog helder in mijn geheugen staan (en voor wie mijn geheugen kent is dat best bijzonder, zeker als het om stapavonden gaat). Ik wist toen nog niet dat Anna goed kon acteren. Dat kwam jaren later toen ik haar voorbij zag komen op een bioscoopscherm. TV kijk ik zelden. Chapeau, dat deed ze goed. Als ik haar de afgelopen jaren tegenkwam, bijvoorbeeld bij de Appie in de pijp of bij een vage muzieksessie bij het podium in het Vondelpark, was ze altijd superaardig. ‘Wat is ze mooi’, dacht ik dan. En we kletsten kort over triviale dingen, maar nooit over haar carrière.

Haar boek lag al een week naast mijn bed, klaar om gelezen te worden. Ik werd overspoeld door deadlines van schrijf- en redigeeropdrachten en kwam er maar niet aan toe. Plus ik was nog een boek over Hoog Sensitieve Personen aan het lezen. Plus ik was bang dat het misschien tegen zou vallen, het boek van Anna. Je weet maar nooit. Als Neerlandica en theaterwetenschapper heb ik een ontzettend kritisch oog ontwikkeld. Dus ik stelde het uit. Na twee weken had ik het ineens weer in mijn handen, blies ik het stof van het kaft af en sloeg ik het voorzichtig open. ‘Wij passen als Duplo in elkaar’, las ik. Leuk bedacht, dacht ik een beetje jaloers. Er was een proloog. Ik hou erg van prologen, vooral als ze goed zijn en ergens toe dienen. Mijn boek begint ook met een proloog. Haar proloog pakte me direct. Nieuwsgierig proefde ik haar schrijfstijl, terwijl ik het automatisch analyseerde. Veel gebruik van korte zinnen en de poëtische functie van taal benut ze goed. Hoe meer ik las, hoe minder ik het boek wilde wegleggen. Ze gebruikt intertekstualiteit, metaforen, herhalingen en speelt met ritmes. Heeft Anna Nederlands gestudeerd? Waar heeft ze leren schrijven? Aan de andere kant, de toneelschool en de kleinkunstacademie zijn waarschijnlijk de perfecte kweekvijvers voor schrijvers.

Het boek is in drie dagen uit. Het was in een dag uit geweest als ik meer tijd had gehad. Anna weet niet hoezeer ze me inspireert. Ik wil het haar vertellen en haar ook over mijn boek vertellen. Maar eerst wil ik van de daken schreeuwen dat ze mag blijven van mij. Als actrice en als schrijver. Goed gedaan Anna!

woensdag 16 februari 2011

16/2 Middelerwijl in casa Alexandra

Ik heb een nieuw woord van de week: middelerwijl of middelertijd. Dat betekent gewoon 'inmiddels' of 'in die tussentijd' zegt Van Dale, mijn mollige vriend uit de boekenkast. Heb het nooit ergens zien staan dus ik ben verheugd over mijn vondst.

Het is al tien uur en ik ga zo met tegenzin een redigeerklus uitvoeren. Ik verlang naar mijn schrijfvakantie maar ik moet eerst mijn masterscriptie over politiek theater afronden. Gelukkig gaat dat voor 4 april gebeuren, en studeer ik voor 1 mei af.

Vrijdag heb ik in een vlaag van verstandsverbijstering mijn laatste verstandskies laten verwijderen. Na vijf dagen had ik nog steeds een dikke wang. Middelerwijl besloot ik dat het hoog tijd was om te gaan troostshoppen. Terwijl ik niet van winkelen hou en zelden slaag heb ik nog nooit zoveel gekocht. Dankzij Dept, Jane Norman en Oasis voelde ik me al snel een stuk beter.

woensdag 9 februari 2011

9/2 Boektrailer

Ze zijn erg in opkomst en lijken op filmtrailers maar zijn het niet: boektrailers. Op YouTube vind je boektrailers van grote schrijvers als Arnon Grunberg of zelfs een geheimzinnige websitetrailer van schrijver A.F.Th. (van het bekroonde boek Schervengericht). Maar vooral tref je hier boektrailers van beginnende schrijvers, zoals de boektrailer van Je Blijft van Anna Drijver. Kennelijk wordt de boektrailer beschouwd als een uitstekend marketinginstrument voor een boek. Maar is dat wel zo en wat maakt een boektrailer een goede boektrailer? En hoe onderscheidt het zich trouwens van een filmtrailer? In mijn ogen, en dit is puur gebaseerd op subjectiviteit, gaat het in een boektrailer meer nog dan bij een film om het neerzetten van de juiste sfeer die het boek uitademt. Een boektrailer moet niet een filmtrailer willen nabootsen maar meer de rust nemen om de essentie van een boek subtiel weer te geven. En dan wel op zo’n manier natuurlijk dat het vragen oproept bij de kijker. Die moet nieuwsgierig worden naar het boek, ofwel omdat de kijker iets herkenbaars voelt bij de sfeer van de boektrailer, ofwel omdat die er meer over wil weten. In december plaatste ik een oproep op internet waarin ik duidelijk maakte dat ik een boektrailer wilde maken. Ik werd overspoeld door reacties en kon eigenlijk geen goede keuze maken. Uiteindelijk heb ik gekozen op basis van gevoel. Omdat gevoel toch een grote rol gaat spelen in mijn boektrailer. Die voorlopig nog niet te zien is trouwens: ik moet eerst verder gevorderd zijn met mijn boek. Dus blijf vooral mijn weblog in de gaten houden!

Update: Op 10 november 2011 verscheen de boektrailer van Schemervlucht. Dit is het resultaat geworden:

woensdag 26 januari 2011

26/01 Numineus


Als Neerlandica en tekstschrijver/redacteur wordt je geacht een meer dan gemiddelde kennis te hebben van taal, grammatica en spellingkwesties. Gelukkig leer ik elke dag wel iets bij. Maar ik moest van mezelf ook een bredere woordenschat ontwikkelen. Vooral nu ik aan het schrijven ben! Daarom heb ik samen met Marit (een goede vriendin die net als ik het "gelukzalige" freelancerleventje leidt), besloten om elke week een nieuw woord uit het water van de Van Dale op te vissen. Gisteren kwam zij met het prachtige woord Numineus op de proppen:

Numineus, vooral zelfstandig gebruikt het numineuze, aanduiding van de irrationele bestanddelen in het heilige; het goddelijke dat een mysterie is, dat fascineert en doet beven.

Ik was meteen verkocht. Hella Haasse, Gerard Reve en Harry Mulisch hebben dit woord kennelijk ook in hun literatuur gebruikt, las ik na een kort onderzoek op internet. Wat zou het een prachtige titel zijn van... mijn roman? 'Ja en hoe komt de titel dan precies in het verhaal terug?', vroeg Marit meteen kritisch. 'O maar het past wel bij mijn hoofdpersonage hoor', kaatste ik de bal meteen terug. Ik moet alleen uitwerken hoe dat precies vorm krijgt, mijmerde ik verder terwijl zij allang weer haar boekredactie van een van haar klanten had hervat. Misschien krijg ik vandaag een numineuze inval. Of niet. En dan heb ik nog steeds geen titel.

vrijdag 14 januari 2011

14/01 Bijna helemaal

Ik ben bijna jarig. En het inrichten van de nieuwe woning is bijna af. Ik heb bijna een idee van waar het naar toe gaat met het verhaal. Maar bijna geen tijd om er de nodige aandacht aan te geven, omdat ik steeds bijna (maar nooit helemaal) zonder werk zit. En ook nog de scriptie moet voltooien die bijna af is. Een hoop bijna's zou ik zeggen. Mijn goede voornemen voor 2011: ik wil er niet bijna maar HELEMAAL voor gaan. Dus mijn scriptie komt helemaal af. Mijn roman komt helemaal af. En mijn huis ook. Niet noodzakelijk in die volgorde, maar toch.

dinsdag 4 januari 2011

04/01 After Snowboard Dip

Een weekje snowboarden in Oostenrijk om eens uit te proberen hoe het is. Dat was het plan, en ik weet het nu! Ik had me ingesteld op veel vallen en blauwe plekken en dat is inderdaad een groot onderdeel van het leren snowboarden. Maar als je eenmaal blijft staan en kan glijden over de sneeuw voel je je ineens een soort van Queen of the Road. Ik moet toegeven dat dit gevoel al over me heen kwam toen ik me nog op het oefenveld bevond (bij de - ahum - baby piste). Maar op de laatste dag mocht ik het ook helemaal boven ervaren. Eindelijk kon ik zien wat vriendlief en mijn andere vrienden daar aan het uitspoken waren. Het uitzicht daar is adembenemend. En het is een stuk steiler. Dus het proces van vallen, opstaan en glijden herhaalde zich... maar ik leerde ook weer iets nieuws, namelijk keren. Tevreden en met een totaal doorgeprakt en pijnlijk lichaam eindigde ik de laatste dag snowboarden traditioneel met Glühwein, helemaal trots op mezelf dat ik een nieuwe ervaring had opgedaan. Inmiddels ben ik al drie dagen terug en ervaar ik ernstige opstartproblemen. Het moge duidelijk zijn dat er in dat weekje weinig ruimte was voor schrijven. Twee pagina's is het meeste wat uit mijn handen kwam. Beter dan niets maar zo gaat mijn boek nooit afkomen natuurlijk. De komende twee weken is mijn agenda alweer volgeboekt met copy writewerkzaamheden en redigeerklussen. Er moet ook geld verdiend worden. En verhuisdozen moeten uitgepakt. Maar mijn eerste snowboardervaring pakt niemand van mij af. In mijn dromen glijd ik nog steeds over de sneeuw, en ben ik me enorm aan het inspannen om de perfecte balans te voelen en te vinden, me tegelijkertijd zelden meer ontspannen hebben gevoeld omdat er in je gedachten geen ruimte is voor iets anders. Dat gevoel mis ik.