dinsdag 24 mei 2011

24/05 Redigeren is leren

Dat een roman schrijven vooral ook betekent dat je veel aan het redigeren bent, is geen nieuws. Daar ben ik dus ook de afgelopen dagen flink mee bezig geweest. Naarmate het woordaantal groeit, groeit de leestijd en redigeertijd mee. En ja, dat is frustrerend. Want waar betrap ik mezelf op? Dat ik het niet kan laten om weer vanaf pagina 1 te beginnen met lezen en zo dus al twee dagen niet toe kom aan verder schrijven. Zelfs in teksten waar ik al vijf keer doorheen ben gegaan, ontdek ik weer zinnen of passages die ik anders wil verwoorden, scherper wil formuleren, aan moet vullen of gewoonweg in de prullenbak wil smijten. Op andere dagen wil ik mijn laptop zelfs uit het raam gooien. Hoe doen grote schrijvers als Arnon Grunberg dat? Het is een behoorlijke klus om een boek te schrijven en zeker ook leerzaam. De les die ik vandaag geleerd heb, is dat schrijvers zichzelf moeten beschermen tegen overijverige verbeteringsdrang! Andere valkuilen zijn twijfelen, geen knopen kunnen doorhakken of te lang ‘plotmijmeren’. Het beste is om al schrijvend de mysteries die zich vanuit het onbewuste aandienen te onderzoeken en al schrijvend het antwoord erop te vinden. Dat zegt tenminste John Gardner in zijn boek ‘De kunst van het schrijven’. Daar zit zeker iets in, aangezien ik vooral intuïtief te werk ga en meer een character driven schrijver ben dan een plot-driven schrijver. En om die onbewuste mysteries of antwoorden uit de tekst naar boven te krijgen, moest ik toch echt het hele verhaal weer opnieuw lezen. Gelukkig werd ik direct weer geïnspireerd. Na de redigeerslag (die weer zeker een of twee dagen zal duren maar ook het woordaantal zal verhogen) kan ik eindelijk verder schrijven. Gelukkig zit ik morgen vijf uur in de trein.

maandag 2 mei 2011

01/05 Van Second Life naar Third Life

Vandaag heb ik de 30.000 woorden overschreden. De ideeën blijven binnenstromen en ik wou dat ik de rest van mijn leven zo kon doorbrengen: schrijven, lezen en inspirerende uitstapjes maken. O, en natuurlijk op 30 april feesten in Amsterdam, want Koninginnedag was net als elk jaar erg vermakelijk en erg oranje. Over oranje gesproken, wat me al een maand bezighoudt is een opmerking die de professor maakte die mijn scriptie beoordeelde. Hij vond dat we te veel in een vormgegeven maatschappij leven. Als voorbeeld noemde hij (foto)modellen, waarschijnlijk omdat hij net als vele andere mensen vindt dat mensen zich spiegelen aan modellen en daardoor aan hun figuur gaan sleutelen. De opmerking bleef in mijn achterhoofd hangen omdat ik me ineens realiseerde dat hij gelijk had. We leven in een vormgegeven maatschappij. En het is waar: we zijn erin aan het doorslaan. Iedereen kent inmiddels Second Life, de beroemde virtuele wereld die in 2003 het levenslicht zag op internet. Hier kun je zijn wie je wilt zijn. Een aantrekkelijke manier om jezelf te verheffen uit de werkelijkheid. Maar tegenwoordig leven we in een Third Life. Deze term werd bedacht toen mijn vriend me voor de zoveelste keer foto’s zag maken. Mijn camera heb ik standaard bij me. O, is dat weer voor je Second Life op Facebook? Door zijn opmerking moest ik weer aan het gesprek met de professor denken en we verzeilden in een discussie over hoe Third life er precies uitziet. En ik denk dat te weten. Second Life is leven naar je voorbeeld. En Third Life is hoe je dat verder vorm geeft in de virtuele wereld, bijvoorbeeld op Facebook. Dus met Koninginnedag kleden we ons oranje omdat we het voorbeeld van de massa volgen. En op Facebook, Twitter of Hyves selecteren we hieruit de leukste kiekjes (of filmpjes) en schrijven daar dan een tekst bij die het net even nog beter vorm geeft dan onze Second Life, dat op zich al een verbetering was van real life. Aan de andere kant is het concept van vormgeving zo oud als de mensheid en is het alleen maar natuurlijk om dan gebruik te maken van de middelen die we hiervoor ter beschikking hebben. Als kunstenaars stileren we de werkelijkheid en zullen we dat blijven doen. We vormen onszelf en proberen de wereld om ons heen ook te vormen. Verliezen we daarmee onze authenticiteit?