maandag 28 maart 2011

28/03 Hoe Tinkebell de wereld redt


‘Though theatre can change the World, it will be by millimetres’
Peter Palitzsch


Het is zondag 27 maart 2011. Met tegenzin leg ik mijn scriptie weg. Ik heb een beeldende kunstenares beloofd om naar haar presentatie van het kunstproject Save The World te komen. Omdat we sinds kort bevriend zijn geraakt, besluit ik dat ik de conclusie van mijn scriptie ook wel kan schrijven op het einde van de dag. Mijn vriend trek ik mee. Het is mooi weer dus dat is mooi meegenomen. Aangekomen op de locatie nemen we plaats aan één van de vele tafels. Op de tafels staan steeds weer andere soorten theepotten, sommige antiek ogend, andere meer modern. Overal staan schalen met verschillende soorten gebak. Vers gebakken weet ik, me het sms’je herinnerend dat Katinka (beter bekend als Tinkebell) mij en anderen stuurde. Hierin vroeg ze of we eigen gebakken koekjes of cake wilden meenemen. In een andere sms had ze gevraagd om theepotten. Aan beide verzoeken had ik geen gehoor gegeven. Ik werd de afgelopen dagen opgeslokt door het afschrijven van mijn scriptie en ander werk. Een beetje onwennig om ons heen kijkend, namen mijn vriend en ik plaats aan een tafeltje dat goed zicht had op het scherm waarop later drie filmpjes zouden worden getoond. Een man met een vaag accent gaf een introductie op wat zou komen. Mijn ogen richtten zich op het scherm, terwijl ze af en toe afdwaalden naar Tinkebell die aan een ander tafeltje meekeek.
In de eerste film krijgen we een verslag te zien van hoe Tinkebell een hond ‘redt’ in Gambia. Uit de vele zwerfhonden kiest ze er één en brengt die naar een dierenarts. Die hond blijkt na het weekend ineens verdwenen maar de dierenarts wimpelt dit probleem weg met de woorden: ‘we found another dog, even better’. Tinkebell, wantrouwig ten opzichte van de dierenarts uit Gambia, zoekt een Westerse dierenarts op. Die behandelt de hond. Tinkebell vertrekt naar Nederland. We volgen dan een verslag van e-mailverkeer tussen Tinkebell en de dierenarts in Gambia. De hond ondergaat de ene medicatie na de andere, en overleeft de ene na de andere aandoening. Een paar keer vraagt de dierenarts aan Tinkebell om geld over te maken voor de medicatie en ingrepen. Na zes maanden reist Tinkebell naar Duitsland, waar de dierenarts met de hond heen is gereisd. Mijn vriend snapt tot zover niets van de film en fluistert in mijn oor: ‘Wat doe ik hier precies?’ Tinkebell kennende glimlach ik naar hem. Wacht maar, beloof ik. We zien hoe Tinkebell terugreist naar Nederland. De hond kijkt zielig, lijkt zich in zijn nieuwe omgeving niet thuis te voelen. Na een nacht de hond in huis te hebben gehad, zien we hoe Tinkebell de hond daarna aflevert bij het asiel. De dierenarts vraagt: Maar waarom heeft u het dier zes maanden laten behandelen en naar Nederland gebracht om het vervolgens bij een asiel af te leveren? Het antwoord krijgen we als toeschouwer niet te horen. We zien de hond achter tralies, met grote ogen kijken naar Tinkebell, die een foto van het beest maakt. Einde van de eerste film. In een tweede film zien we hoe Tinkebell twee Ikea showrooms koopt en ze inlaadt in een camperbus die helemaal naar de rand van de jungle van Guinea Bissau rijdt. We zien hoe Tinkebell daar een gezin met vier kinderen opzoekt. Ze leven in twee kleine ruimtes. Ze levert twee Ikea showrooms bij hen af, die precies passen in hun ruimtes. Daarna vertrekt ze, het gezin in vreugde achterlatend. Ze heeft ze ‘gered’. Mijn vriend heeft inmiddels de parodie door en begint het geniaal te vinden. Dan een derde film. Gedurende vijf dagen brengt Tinkebell een Chinese vogelkooiverkoper op de markt in Beijing elke dag een ander cadeau dat zij zelf leuk zou vinden. Eerst een taart. Dan een nieuwe kledingset (hij had elke dag hetzelfde aan). Dan een grote knuffelbeer. Dan een bezoek aan de kapper. Dan een tafel overladen met eten dat Tinkebell zelf heerlijk vindt, gebracht door een stoet uit het restaurant dat de man op de markt opzoekt. Gedurende die tijd communiceert Tinkebell niet met hem. Einde derde film.
Na deze drie films komen er vragen uit de zaal. Vragen als wat is er met de hond gebeurtd, wist het gezin uit Gambia dat u hen gebruikte voor uw kunstproject? en denkt u echt dat u deze mensen ergens van gered heeft? Mensen reageren deels ontstemd, deels lacherig. Tinkebell herhaalde tijdens het presenteren van de films regelmatig dat ze mensen ‘gered heeft’. Later blijkt dit een onderdeel van haar ‘act’ te zijn. Haar kunstproject is juist een onderzoek naar onze impulsen om - vanuit onze Westerse achtergrond - in landen die naar onze idee minder beschaafd of ontwikkeld zijn hulp te bieden en mensen te redden. Is het wel echte hulp die we geven, en waar komen die impulsen vandaan? Zegt het niet meer iets over onszelf? Het debat wordt op een bepaald moment grimmig als iemand Tinkebell vraagt of kunst geen grenzen moet kennen en of het wel verantwoordelijk is om bijvoorbeeld het gezin uit Gambia een dergelijk ongevraagd cadeau te doen en ze in het ongewisse te laten over haar intenties. Tijdens het debat wordt duidelijk dat ze van het publiek een denktank heeft gemaakt. Ze nodigt iedereen uit om op een online forum de projecten te blijven volgen (ze gaat in totaal 12 Save the World-projecten doen en reist hiervoor de wereld af). Iedereen mag op het forum feedback geven of ideeën opperen. Opgetogen verlaat ik na de presentatie het pand. Tinkebell zorgt er keer op keer voor dat ik de werkelijkheid anders ga bekijken en mijn denken aanpas. En dat is precies wat een politiek kunstenaar hoort te doen. Haar werkwijze levert dikwijls kritiek op van de media maar ze conformeert zich niet. Daar is lef voor nodig. Dit had een theatervoorstelling kunnen zijn. Voor mij is politiek theater dus springlevend. Ik heb geen schouwburg nodig om het bewijs hiervoor te leveren. Tinkebell redt niet de wereld, ze redt het theater.

zondag 27 maart 2011

donderdag 24 maart 2011

24/03 Waiting to exhale


De afgelopen weken heb ik het erg druk gehad. Als PR Manager voor Anco van Hal ben ik bezig geweest met het organiseren van onze eerste Meet n Greet-party. Die was overigens een groot succes. Ik heb zelf drie nummers gezongen en later gaf zangeres Harriette Weels (van Mai Tai) ook nog een optreden. Als theaterwetenschapper ben ik bezig geweest me nog meer te verdiepen in het politieke theater zodat ik mijn MA-scriptie kan afronden (die moet binnen een week af zijn). Ik ben er nu achter dat het vrouwentheater in Nederland een interessante ontwikkeling heeft doorgemaakt. Van de strijd om sociale en maatschappelijke gelijkheid, via het presenteren en deconstrueren van het (onjuiste) vrouwbeeld naar het ontdekken van zichzelf en hiermee experimenteren op het toneel. Vrouwen op het toneel laten vandaag de dag zien wie ze willen zijn maar het is niet altijd zo vanzelfsprekend geweest. Goed om dat eens te beseffen. Als redacteur ben ik bezig geweest met de beeldredactie van een reisgids en probeer ik voor een andere klant een naam te verzinnen voor zijn net opgestarte werving- en selectiebureau. En tot slot ben ik als schrijfster een heel klein beetje toegekomen aan mijn roman en heb ik gisteren weer een goed gesprek gehad met mijn tegenlezer, journaliste Susan Traag. Heerlijk als je op literair gebied op één lijn zit en iemand hebt die je net zo scherp houdt als je jezelf zou houden. Heerlijk ook als je dat als freelancer lekker op het terras in een fel brandende zon kan doen. Maar door de drukte van al mijn verschillende functies wacht ik soms erg op het moment dat ik weer rustig kan uitademen. Waiting to exhale.

dinsdag 15 maart 2011

15/03 In de krant!


Op zondag 6 maart was ik aanwezig tijdens een open dag bij mijn uitgever, Schrijverij Mooi Mens. De lokale pers was ook aanwezig en nam een foto. Renate Diks stuurde me over de post een stukje op uit de weekkrant.

Het artikel is te lezen op http://www.deweekkrant.nl/files/pdfarchief/BTW/20110309/BNK_BTW-1-07_110309_2.pdf

Intussen ben ik de hele week bezig met de voorbereidingen van de Meet n Greet-party van Anco van Hal en een beeldredactieklus. Vooral zwaar als je geen weekend hebt gehouden: ik ben het hele weekend bezig geweest met het schrijven van mijn scriptie. Die moet over een week zo'n beetje af zijn dus voorlopig kom ik niet toe aan mijn roman, hoewel ik er veel mee bezig ben in mijn hoofd. Ik kijk uit naar mijn maand schrijfvakantie!

donderdag 10 maart 2011

10/03 Wie is John Galt?


Ik ben weer eens een boek aan het lezen: Atlas Shrugged van de in 1982 overleden schrijfster Ayn Rand, ook wel bekend als grondlegger van het objectivisme. Het boek zou geïnspireerd zijn op Nikolas Tesla dus dat belooft wat (ik ben pas bij pagina 20). Wat me nu al opvalt, zijn de levendige dialogen die ze neerzet. Knap hoe de hand van de schrijver daarin niet terug wordt gezien. Dit komt omdat je jezelf als lezer in de dialogen verliest. En wat nu al spannend is: al drie keer vraagt er een (onbelangrijk) personage uit het verhaal uit het niets: Who is John Galt? Het is zelfs de eerste zin die je leest in het boek. Misschien houdt ze deze truc vol tot het einde en kom ik er nooit achter wie John Galt is. Dan zal ik na het lezen van het boek heel internet afspeuren voor het antwoord, maar ze leert me meteen hoe je met mysterie vragen en spanning bij de lezer kunt oproepen. Het zal trouwens nog wel even duren voor ik het boek uit heb: het telt maar liefst 1168 pagina’s.

Ayn Rand: My personal life is a postscript to my novels: it consists of the sentence: ‘And I mean it’. I have always lived by the philosophy I present in my books – and it has worked for me, as it works for my characters. […] My philosophy, in essence, is the concept of man as a heroic being, with his own happiness as the moral purpose of his life, with productive achievement as his noblest activity, and reason as his only absolute.

Van mensen die het gelezen hebben hoorde ik dat het lezen van haar werk je visie op maatschappelijke issues radicaal kan veranderen. Ze heeft vele volgers maar roept ook discussie op. Dus ik ben zeer benieuwd!

dinsdag 1 maart 2011

01/03 Anna Drijver blijft!

Schrijven is een heerlijk proces, soms een frustrerend proces, maar altijd heel leerzaam. Ik haal mijn inspiratie uit de alledaagse dingen, uit mijn persoonlijke ervaringen en uit films en boeken die me raken.

Soms weet ik direct als ik kennis neem van het bestaan van een boek dat ik het wil lezen. Dit was het geval met het boek Je Blijft van Anna Drijver, die ik op Facebook en Hyves heb staan omdat ik in een ver verleden eens met een groep meiden ging stappen in België, en zij een van die meiden was. Het was een topavond, en ik heb hem nog helder in mijn geheugen staan (en voor wie mijn geheugen kent is dat best bijzonder, zeker als het om stapavonden gaat). Ik wist toen nog niet dat Anna goed kon acteren. Dat kwam jaren later toen ik haar voorbij zag komen op een bioscoopscherm. TV kijk ik zelden. Chapeau, dat deed ze goed. Als ik haar de afgelopen jaren tegenkwam, bijvoorbeeld bij de Appie in de pijp of bij een vage muzieksessie bij het podium in het Vondelpark, was ze altijd superaardig. ‘Wat is ze mooi’, dacht ik dan. En we kletsten kort over triviale dingen, maar nooit over haar carrière.

Haar boek lag al een week naast mijn bed, klaar om gelezen te worden. Ik werd overspoeld door deadlines van schrijf- en redigeeropdrachten en kwam er maar niet aan toe. Plus ik was nog een boek over Hoog Sensitieve Personen aan het lezen. Plus ik was bang dat het misschien tegen zou vallen, het boek van Anna. Je weet maar nooit. Als Neerlandica en theaterwetenschapper heb ik een ontzettend kritisch oog ontwikkeld. Dus ik stelde het uit. Na twee weken had ik het ineens weer in mijn handen, blies ik het stof van het kaft af en sloeg ik het voorzichtig open. ‘Wij passen als Duplo in elkaar’, las ik. Leuk bedacht, dacht ik een beetje jaloers. Er was een proloog. Ik hou erg van prologen, vooral als ze goed zijn en ergens toe dienen. Mijn boek begint ook met een proloog. Haar proloog pakte me direct. Nieuwsgierig proefde ik haar schrijfstijl, terwijl ik het automatisch analyseerde. Veel gebruik van korte zinnen en de poëtische functie van taal benut ze goed. Hoe meer ik las, hoe minder ik het boek wilde wegleggen. Ze gebruikt intertekstualiteit, metaforen, herhalingen en speelt met ritmes. Heeft Anna Nederlands gestudeerd? Waar heeft ze leren schrijven? Aan de andere kant, de toneelschool en de kleinkunstacademie zijn waarschijnlijk de perfecte kweekvijvers voor schrijvers.

Het boek is in drie dagen uit. Het was in een dag uit geweest als ik meer tijd had gehad. Anna weet niet hoezeer ze me inspireert. Ik wil het haar vertellen en haar ook over mijn boek vertellen. Maar eerst wil ik van de daken schreeuwen dat ze mag blijven van mij. Als actrice en als schrijver. Goed gedaan Anna!