maandag 3 december 2012

03 12 Old habits...


Sneeuw en regen. Dat was het eerste wat de ochtend mij bracht. Een kop koffie met rijstmelk en honing was het tweede; weird habits die hard. Ik heb besloten dat ik deze week de proloog moet schrijven van de thriller waar ik nu aan werk. Hiervoor is het nodig dat ik weet hoe personage Lena aan haar einde komt. Lastig, vind ik. Moorden is niet mijn vak en me inleven in moordenaars is dat ook niet. Frustratie ten top. Waarom schreef ik ook alweer een thriller?!

Hulp inschakelen leek onontkoombaar. Een oproep voor ideetjes op Facebook en Twitter leverde leuke suggesties op (naast een tijdelijke sluiting van mijn Facebook account). Toch heb ik nog geen keuze kunnen maken. Ik belde een recherche deskundige en die kon mij wat meer vertellen over hoe iemand eruit ziet als hij is verdronken. Hij wees me ook op het bestaan van het boek Moordverhalen van Gerlof Leistra: ‘Hierin staan 22 reconstructies van bekende moorden in Nederland, misschien inspireert het je.’ Ik bedankte hem en negeerde inwendig giechelend de drang om hem te wijzen op de dubbele lading van zijn opgewekte tip.

Dankzij bol.com had ik het boek binnen 24 uur in huis. Het afgelopen weekend ben ik er een flink eind in gekomen. Een feestelijk gevoel krijg je er niet van. Je weet dat elk verhaal slecht afloopt en het is vrij droog en feitelijk opgeschreven. Erger nog: in geen enkele moordsituatie kan ik tot nu toe Lena ‘herkennen’. Ik wil dat ze mooi blijft en niet bloederig aan haar einde komt. Of opgezwollen, zoals verdronken mensen schijnen te ogen.

Een kort onderzoek naar giftige spinnen (ook een tip van iemand) leerde mij dat slechts 1% van de giftige spinnenbeten daadwerkelijk leidt tot een dodelijke afloop. En dat terwijl het zo’n bekend moordmotief is in films! Ook zonder tegengif schijnen mensen er wel ziek van te worden maar er zelden aan dood te gaan. Niet geloofwaardig dus.

Vandaag ga ik Moordverhalen uitlezen. Hopelijk heb ik dan aan het einde van de dag ineens een briljante ingeving van hoe de mooie Lena naar de eeuwige jachtvelden vertrekt. Dan kan ik de proloog schrijven en het plot aanscherpen. Tot die tijd kan ik niet verder en onderdruk ik mijn chips- en patatverslaving, die hoogtij viert op dagen dat ik schrijfcomplicaties ervaar. Old habits

vrijdag 23 november 2012

23/11 De dag van de kunst

Ook hier kun je kunst van maken!

Met verbazing volgde ik de afgelopen jaren de discussie over het rechtvaardigen van kunstsubsidies. Uitzonderingen daargelaten, wordt zelden goed onder woorden gebracht hoe kunst de samenleving dient. Kunst zou elitair zijn, niets toevoegen aan de economie en geen sterk maatschappelijke relevantie hebben. En kunstenaars zijn luie mensen die drugs gebruiken, te veel alcohol nuttigen en alleen maar leven van subsidies.

De meeste kunstenaars die ik ken, krijgen nauwelijks subsidie. Het zijn bijna zonder uitzondering zzp-ers die vaak meer uren maken per week dan de gemiddelde veertig uur die werknemers bij bedrijven maken. Zelden zie ik een dergelijke gedrevenheid, maatschappelijke betrokkenheid en motivatie zoals ik bij deze mensen bespeur.

Ik begrijp enigszins de negatieve connotatie die aan kunst hangt. In de eerste plaats maakt onbekend, onbemind. Als je niet opgeleid bent in de kunsten, of op een andere manier ermee bekend bent geraakt, heeft kunst ogenschijnlijk dezelfde aantrekkingskracht op je als wiskunde heeft op de alfastudent. Of dezelfde aantrekkingskracht die gesprekken over de aandelenbeurs op RTLZ hebben op een vijfjarige.

Economie, rekenen en taal zijn vakken die geen bewijslast nodig hebben. Ze zijn als verplichte vakken opgenomen in ons onderwijssysteem. Kunst (culturele en kunstzinnige vorming) is tegenwoordig ook een verplicht vak maar omdat de politiek het als middel is gaan gebruiken om zichzelf te profileren, wordt het al snel onnodig een maatschappelijk discussiepunt. Onnodig, want het beetje geld dat ernaartoe gaat is echt te verwaarlozen.

In tegenstelling tot wat velen denken is kunst niet alleen voor de elite. Kunst is voor iedereen. Ik durf zelf te beweren dat je in het dagelijks leven meer met kunst te maken hebt, dan met rekenen. Luister je graag naar muziek? Kijk je graag films of televisie? Dan neem je meer kunst tot je dan je zelf door hebt. Ook zoiets als kitsch, is een afgeleide van wat instellingen kunst noemen en ook een ordinair televisieprogramma maakt gebruik van technieken die uit een traditionele kunstvorm zijn ontsprongen. In feite heeft bijna alle materie een relatie met kunst, omdat je zo gauw iets een vorm moet krijgen uiteindelijk uitkomt bij kunst.

Wat is kunst eigenlijk? Van oudsher waren de zeven kunsten volgens middeleeuws opvoedingsideaal grammatica, retorica, dialectica, meet-, reken-, sterrenkunde en muziek. Later werd daar een bepaalde ambachtelijke bekwaamheid aan gekoppeld en weer later het vermogen om ‘wat in geest of gemoed leeft of daarin gewekt is tot uiting of voorstelling brengen’ (Bron: Van Dale).

Tegenwoordig noemen we bijna alles kunst wat door een kunstenaar wordt voortgebracht. Van acteerkunst, schrijfkunst, balletkunst, danskunst, filmkunst, fotokunst, toneelkunst tot schilderkunst tot aan design. Dat wat kunst officieel tot ‘kunst’ maakt wordt vaak bepaald door instellingen als musea, schouwburgen, galerieën, kunstmedia, kunstfondsen, universiteiten en dus inderdaad de elite.

De kunsten ontwikkelen zich net als andere vakgebieden constant en daarmee ook de definitie van kunst. De urinoir (La Fountain) van Marcel Duchamp werd pas kunst toen het in 1917 in New York werd geëxposeerd. De moderne discussie over wat kunst en de functie ervan is, begint misschien wel daar en dat was ook de insteek van Duchamp. En wie had gedacht dat het in 2004 door een panel van 500 kunstkenners verkozen zou worden tot invloedrijkste kunstwerk van de 20e eeuw? Denk daar maar over na, de volgende keer dat je op je (design)wc’tje je grote boodschap uitperst.

Om een lang verhaal kort te maken: het idee dat kunst van de elite is en dat het gehangen moet worden onder de noemer ‘stimuleren van cultuurdeelname’ is waar het mijns inziens mis is gegaan met het beoordelen en verspreiden van kunstsubsidies. Een groepje ‘deskundigen’ beoordelen bij fondsen of iemand wel of niet subsidie mag krijgen. Dit doen ze op basis van de kwaliteit van het kunstwerk (of kunstenaar) en de maatschappelijke relevantie ervan.

Maar het is onzin om een discussie te beginnen over de maatschappelijke relevantie van kunst. Je kunt dan net zo goed een discussie beginnen over de maatschappelijke relevantie van brood. Net als kunst, is dat ook iets wat je elke dag nuttigt. Cultuurdeelname op die manier stimuleren werkt algauw in de hand dat je ervan uitgaat dat je een bovengemiddeld culturele competentie moet hebben om kunst te begrijpen. Het enige wat je dan als overheid doet, is het idee dat kunst voor de elite is benadrukken en daarmee een afstand creëren.

Ik herhaal: kunst is voor iedereen. Het stimuleren van kennis nemen van kunst en hoe het in ons bestaan voor iedereen (!) een rol speelt, begint dus mijns inziens het beste bij het onderwijs. Net als economie zou kunst een hoofdvak moeten worden. Omdat het ontroert, shockeert, verstilt, bevraagt, onderzoekt, stimuleert en aan het denken zet. Dat doet het op een andere manier dan een vak als wiskunde doet, maar toch is het waardevol.

Daarom pleit ik voor een mondiale dag van de kunst, en dat iedereen die op zijn eigen manier invult. Ga een dagje een museum bezoeken, trakteer jezelf eindelijk op die mooie schilderij voor je huiskamer. Koop kunst! Of als je weinig centen hebt; doe iets met kunstuitleen of kunst op afbetaling. Onderzoek je eigen talenten en ga een dag kleien of schilderen. Wie weet ontdek je een nieuwe methode om jezelf te ontspannen of krijg je ineens een briljante inval hoe je dat probleem op je werk kunt oplossen. Wees creatief en gebruik voor mijn part wiskunde als dat voor jou werkt. We weten van Escher wat voor moois daaruit voort kan komen.

donderdag 15 november 2012

15/11 Personages bepalen het boek

Gelukkig schrijf ik beter dan ik teken

Het is herfst, maar de kou vandaag doet denken aan de winter. Terwijl ik mezelf een tweede kop kamillethee gun, overpeins ik mijn nieuwe plot. Boek twee wordt namelijk een thriller. Had ik dit verwacht? Niet echt. Ik begon gewoon met schrijven. Er kwamen vier personages bovendrijven die graag door mij op papier wilden worden gezet. Ik luisterde naar ze en keek wat ze aan me kwijt wilden. Voor ik het wist, was ik ineens 10.000 woorden verder met personages die allen op hun eigen manier uiting gaven aan het verlangen om kapot te maken wat hen lief was. Erachter komen wat hun drijfveren hiervoor zijn, werd een niet te onderdrukken verlangen.

Omdat ik behoefte had aan feedback en mezelf een stok achter de deur gun, stuurde ik het prille manuscript naar twee grote uitgevers. De twee redacteuren die met mijn werk waren ‘belast’ reageerden beiden binnen een maand. Verrassend genoeg zeiden ze ongeveer hetzelfde. ‘Je personages zijn erg goed uitgewerkt. Het is nog onduidelijk waar het verhaal heen gaat of wat voor genre het wordt, maar je schrijft goed en de spanning is nu al voelbaar. Zou een thriller niet iets voor je zijn?’ Bij mijn twijfelende blik volgde er direct achteraan dat thrillers goed verkopen. Mijn commerciële ‘ik’ voelde zich aangesproken, maar mijn kunstminnende ‘ik’ benaderde het kritisch. ‘Je bent toch meer een romanschrijver,’ zei die zeurderig. Mijn commerciële ‘ik’ strafte dit direct af: ‘Nonsens, en voor je een roman schrijft waar jij tevreden mee bent, ben je jaren verder. Dan kun je intussen best “even” een thriller schrijven en verder oefenen als thrillers toch beter worden verkocht.’

Ik hakte de knoop door en schreef een plot voor een thriller op basis van het materiaal dat ik tot nu toe had. Het voelde niet eens als een concessie. Mijn personages hadden al besloten dat ze in een thriller tot leven zouden worden gebracht, ik wist het alleen zelf nog niet. Als character driven schrijven heb je niets meer te vertellen: personages bepalen kennelijk niet alleen het verloop van het verhaal, maar ook het genre. 

Bij de uitgevers lezen ze op dit moment opnieuw het verhaal. Als de tweede lezers hiermee klaar zijn, hoor ik of ik een contract krijg. Het zou een mooi sinterklaascadeau zijn. In plaats van warme chocolademelk en pepernoten wordt het dan wel champagne en taart. Lekker, ik verheug me er nu al op.

maandag 1 oktober 2012

01 10 Jezelf zijn is je morele plicht

De wereld redden door mee te denken over een pose

Opeens heb je het: je wordt jezelf. Dat is de samenvatting van mijn week, denk ik. Was ik dan niet mezelf? Nee, niet helemaal. Dat is al beter dan helemaal nìet. Maar het mocht allemaal wel wat meer zijn. Gelukkig ben ik niet de enige die het moeilijk vind zichzelf te blijven in een wereld waarin kuddegedrag tot goedkeuring leidt en ertegenin gaan het risico met zich meebrengt dat je wordt afgeschoten. Is dit iets van deze tijd? Zeker niet. R.W. Emerson had er in zijn artikel ‘Self-reliance’ in 1841 ook al over nagedacht:

'It is easy in the world to live after the world’s opinion; it is easy in solitude to live after our own; but the great man is he who in the midst of the crowd keeps with perfect sweetness the independence of solitude.'

Tijdens het lezen van dit artikel dacht ik aan kunstenares Tinkebell die ik gisteren assisteerde bij de shoot voor haar naaktkalender (kopen!) in het kader van haar Save the World-project. De opbrengst van de kalender wordt besteed aan het redden van twee prostituees uit Manilla.

Ondanks alle kritiek die haar werk oproept, is Tinkebell een goed voorbeeld van iemand die haar eigen principes volgt en alleen verantwoording aflegt aan zichzelf. Moedig, want juist in haar geval vergt het extra inspanning om jezelf te blijven en trouw te blijven aan je idealen.

Geïnspireerd door Tinkebell, Emerson en de andere mensen die ik om deze eigenschap bewonder, kwam ik tot een besluit. Ik zal voortaan alleen nog handelen op basis van mijn eigen normen en waarden. En om het niet te vergeten, schrijf ik het in koeienletters op mijn schrijfbord. Als ik mezelf erop betrap dat ik (weer) de mening van een ander volg terwijl ik er niet achter sta, volgt een sanctie:  dan geef ik mezelf liefdevol een schop onder mijn kont. Jezelf zijn, is namelijk je morele plicht. Naar jezelf, en de rest van de wereld.
Mijn nieuwe mantra

Terugkomend op Emerson, volgt hier een waardige afsluiting. Emerson zei in hetzelfde essay namelijk ook: 'To be great, is to be misunderstood.' Ik hoop daarom van harte dat ik nog veel mensen zal ontmoeten die het oneens met me zijn. 



dinsdag 17 juli 2012

17/07 Verliezen woorden hun kracht?


Buitenhof 6-05-'12: Hagens denkt het zijne van Peetooms woorden 

In september is het weer zover. Dan zijn er verkiezingen en mogen we weer gaan stemmen. In de weken ervoor zullen we weer om de oren geslagen worden met de nodige retoriek. Woorden als ‘samen’, ‘Europa’, ‘crisis’, ‘samenleving’, ‘zorgen’, ‘angst’, ‘vertrouwen’, ‘duurzaam’, ‘groen’ en ‘investeren’ zullen veelvuldig opduiken. Het zal gaan over ‘wie de rekening moet betalen’ en over ‘resultaten boeken’. Uiteindelijk zal het gros van de Nederlanders stemmen op de politicus waar ze de meest persoonlijke klik mee voelen en die ze het meest betrouwbaar vinden. Niet de stof, maar de vorm waarin die gegoten wordt zal de doorslag geven. En niet zozeer de partij, maar de persoon die de partij vertegenwoordigt. De meeste Nederlanders zijn niet nauwkeurig op de hoogte van de partijprogramma’s of de onderlinge verschillen daarin. Misschien is het logisch. Woorden verliezen hun kracht. Wat is een woord als ‘samen’ nog waard als die te pas en te onpas door politici gehanteerd wordt met de intentie om ‘ons’ als burger aan te spreken en daar een band mee te krijgen? Het doorzien van de intenties achter de woorden, maken die woorden al snel minder krachtig. Ik wil helemaal niet aangesproken worden als ‘burger’. Voor een ‘samengevoel’ ga ik wel naar een festival of een middagje kleien met kleuters. Politici zien zichzelf niet als burger. Er is dus geen sprake van ‘samen’ en dat hoeft voor mij ook niet. Wat mij betreft mag ook het woord ‘burger’ worden afgeschaft. Ik wil dat woord alleen maar uit mijn mond horen komen in relatie tot frietjes. Met mayonaise erbij. En niet opnieuw herinnerd worden aan het feit dat ik de macht niet heb om politieke beslissingen te beïnvloeden. Of eraan herinnerd worden dat zij die dat wel hebben, te veel met de vorm bezig zijn en te weinig met de stof. Woorden verliezen hun kracht, en daarom wordt de context belangrijker. Als de context de lezer of toehoorder een goed gevoel geeft, kan een woord altijd worden gebruikt. Maar als we straks na de verkiezingen weer in dezelfde spagaat terechtkomen als voorheen en politici gaan praten over dat ze ‘niemand willen uitsluiten’ omdat ‘Nederland gesproken heeft’ hang ik boven de wc. Dan kots ik mijn vega-burger en frietjes met mayonaise er keihard weer uit. Laten we hopen dat het niet zover hoeft te komen.

maandag 2 juli 2012

02/07 ‘Hoe duur was de suiker?’ Politiek theater of musical?


Gisteren bezocht ik de voorstelling ‘Hoe duur was de suiker?’ van John Leerdam. De stadsschouwburg was even omgetoverd tot klein Suriname. Het leek dan ook vooral een voorstelling te zijn voor de eigen achterban. Vanuit theaterwetenschappelijk perspectief gebeurde er niets schokkends. Vanuit de thematiek bezien – de vroegere slavernij met een link naar de moderne vormen van slavernij – valt het in de categorie politieke theatervoorstelling. Het is vrij schrijnend wat onze voorouders hebben gedaan in Suriname. Met de moderne vormen van slavernij lijkt het me een onderwerp waar een theatermaker flink mee aan de slag kan. Dit gebeurt helaas niet bij deze voorstelling. Het lijkt bijna alsof ik een musical bijwoon. En dat vind ik jammer, want ik wil bij dit soort onderwerpen geraakt worden en het gevoel krijgen dat het thema dusdanig serieus wordt genomen dat het ‘de aandacht geven’ overstijgt. Ik wil weglopen met het gevoel dat ik ermee aan de slag moet. Dat ik moet nadenken over mijn Surinaamse en Nederlandse roots. Dat ik – hoe klein ook – een inspanning moet leveren om dat stukje verleden een plek te geven en het heden opnieuw te bezien. In plaats daarvan loop ik weg met in mijn hoofd nog de nagalmende vrolijke deuntjes van ‘Hoe duur was de suiker’. Natuurlijk begrijp ik dat een stichting beperkte middelen heeft en het moet hebben van de goodwill van mensen die meewerken. En dat zijn er een hoop bij deze voorstelling. Grote namen uit de politiek en de mediawereld leveren hun bijdrage en dat is mooi. John Leerdam maakt de voorstelling die hij kan maken en dat is ook mooi. Maar als theaterwetenschapper vraag ik me af of het doel niet beter bereikt wordt door het wat kleinschaliger op te zetten en wat minder breed: er was een bombardement aan tekens op het podium aanwezig die elkaar niet noodzakelijk versterkten. ‘Haat kun je niet bestrijden met haat, maar uitsluitend met liefde’ wordt er meerdere malen in de voorstelling herhaald. Maar liefde betekent niet dat je zaken die aandacht behoeven met een mantel bedekt van muziek, gezelligheid en saamhorigheid. Liefde betekent soms juist dat je streng moet zijn en moet schokkeren om je medemens tot nadenken te dwingen. In het theater moet je je als regisseur beraden over elk afzonderlijk middel, code of teken dat je bij een voorstelling inzet. Alles wat op het podium gebeurt, moet ondersteunend zijn aan de grote boodschap of het doel dat je ermee wilt bereiken. Als het doel was een gezellige, saamhorige voorstelling te maken met wat flarden geschiedenis over ons koloniale verleden dan is dat gelukt. Er kwamen mooie, gevoelige nummers voorbij en er zaten zeker goede teksten in bepaalde dialogen/monologen. Het beeld op het videoscherm achter het podium, zoals de pamfletten over dat er nieuwe slaven te koop waren of omschrijvingen van gevluchte slaven, was soms erg confronterend en pijnlijk. Jammer dat die beelden werden overschaduwd door het hoge musicalgehalte.

Hoe duur was de suiker? van Stichting Julius Leeft. Gezien 01/7/2012 in de Stadsschouwburg. Meer info op www.stichtingjuliusleeft.nl.

dinsdag 19 juni 2012

19/06 Als alles stopt


Gevoelens omzetten in woorden. Ik heb het altijd gekund. Nu staar ik naar het scherm en weet ik niet hoe ik verdriet dat zo intens is op papier kan vangen. En of ik dat wel moet. Ik voel me geamputeerd. Ik ben geamputeerd. Het water vloeit. En het zal spoedig overgaan in een rivier, die op zijn beurt weer over zal gaan in een waterval. Dit weet ik, omdat ik het vaker heb meegemaakt. Sommige dingen worden makkelijker als je ouder wordt. Maar dit is zo’n voorbeeld van iets waarbij het moeilijker wordt. Doorgaan, altijd doorgaan. Ook als alles stopt. Kruip in je pen, zeggen vriendinnen. Verlies inspireert. Maar de inkt is op. Het verhaal halverwege afgebroken.  

vrijdag 15 juni 2012

15 06 Plotworstelen


Een boek schrijven is net als het eten van een patatje met waar iets te veel mayonaise op zit. Je krijgt trek, gaat op zoek naar een goede snackbar en verheugt je op wat komen gaat. Vervolgens vind je watertandend je weg naar de frietjes. Algauw blijft alleen die klodder mayonaise over, en intussen is je buik meer dan vol. Toch bedenk je manieren om ook de frietjes onder de mayonaise te bereiken. Resultaat: patat erin, verzadiging en een paar dagen later heb je weer zin. Ongeveer hetzelfde proces voltrok zich nadat boek een klaar was. Ik kreeg een paar weken later weer direct zin in boek twee. Ik broedde op een idee en begon te schrijven. Meteen belandde ik in het bekende ritueel van vormkeuzes, perspectiefkeuzes, personages en natuurlijk het plotmijmeren. Of beter gezegd het plotworstelen, want dat is het. Tandenknarsend soms, pas ik de geschreven teksten weer aan. Genadeloos ‘parkeer’ ik reeds geschreven alinea’s die – ik ken mezelf langer – uiteindelijk toch wel in de prullenbak verdwijnen. Ik ben nog lang niet bij die klodder mayonaise aanbeland, en mijn buik is ook voorlopig nog niet vol. Maar ik schrijf en vind mijn weg. Mooie vondsten wisselen zich af met momenten van frustratie. Die ga ik meestal te lijf met chips of patat. Lekker is het wel, dat schrijven.

dinsdag 5 juni 2012

woensdag 23 mei 2012

23/05 Schrijfmanifest en leidraad voor het leven




  1. Iedereen inclusief jezelf groot denken en met beide voeten op de grond staan.
  2. Je aarden op de aarde: zoals het altijd de bedoeling was voordat je ging leren hoe het anders, maar niet beter kon.
  3. Positieve energie herkennen en dit vaker zelf uitstralen door ongrijpbare ontvankelijkheid te omarmen zonder het uit te willen kristalliseren.
  4. Intuïtief doorgronden wat niet op andere wijze begrepen kan worden. Ervaren hoe het is te worden, voordat je kan zijn. Omdat het omgekeerde wel geprobeerd, maar niet gelukt is.
  5. Weten dat ophouden niet altijd stoppen inhoudt, omdat het leven je soms uitdaagt.
  6. De zon noch de liefde niet kunnen afdwingen, maar ze de ruimte gunnen die ze zelf ondanks jou innemen.
  7. Weten waar je vandaan komt, maar het pad zelf uitvinden. En nog een keer als dat moet. En het vervolgens durven bewandelen.
  8. Pijn ervaren als genot indien het leven je een andere invalshoek wilt laten zien.
  9. Jezelf overstijgen en er dan van wegvliegen, omdat “te veel” soms niet méér maar wel genóeg is. Omdat het hekelt, breed draagt, allesomvattend is maar betekenisloos afsterft, om daarna weer van voren af aan te beginnen.
  10. Jezelf, telkens weer opnieuw. Alles, steeds weer anders. Niets, overal en nergens.

woensdag 25 april 2012

26/4 E-book moet

Foto: 'Alexandra in Paushuize', door Kirsten Bijlsma
Toen Ons Woord mij vroeg om Schemervlucht als e-book uit te geven, was ik meteen om. Van mijn uitgever van de printversie mocht ik het proberen. Als de verkoop van het e-book goed gaat, is dat tenslotte ook goede PR voor de printversie. Enthousiast tekende ik het contract.

Omdat ik advies wilde over de publiciteit van het e-book, ging ik op gesprek bij PR goeroe Jennifer Delano. Dit leidde tot wilde plannen. Want, zei ze, dan moet je e-book wel iets bieden wat anders is dan de printversie. Misschien kunnen we een fotoshoot inplannen en dat als bijlage bij het e-book doen, opperde ik. Geweldig, zei ze, dat wordt dan de ‘De Glamour Edition’! En zo geschiedde.

De shoot vond plaats in diverse stijlkamers van het prachtige Paushuize in Utrecht. Op YouTube is als sneak preview vast een klein behind the scenes filmpje te zien. De mooiste foto’s hebben een plaats gekregen in de bijlagen en op het omslag van Schemervlucht, De Glamour Edition. Het resultaat is half mei te koop bij Ons Woord.

Met e-books kun je oneindig veel doen. Werken met video’s en widgets bijvoorbeeld, dingen die in print niet mogelijk zijn. In Amerika heeft 1 op de 3 een tablet of e-reader. Niet vergelijkbaar met Nederland, maar het e-book is ook hier in opmars. De e-bookverkoop in Nederland is volgens de SMB in 2011 ten opzichte van 2010 met een afzet van 771.641 exemplaren verdubbeld.

De boekenkast blijft natuurlijk een gezellige muuropvuller in huis. Maar gemak dient de mens, en e-books zijn nu eenmaal praktischer in gebruik. Nooit meer kiezen welk boek meegaat in de koffer: je neemt er nu zoveel mee als je wilt. En ’s avonds in bed geen lam arm meer omdat je een dik boek omhoog moet houden.

Kortom, Nederland is klaar voor een nieuwe manier van lezen. En samen met Ons Woord lever ik hier graag mijn bijdrage aan.

Credits foto: Kirsten Bijlsma (fotograaf), Elise de Ridder (styling) en Bibi Oosting (visagie & haar).

Bronnen:
http://www.kvb.nl/feiten-en-cijfers/kerncijfers
http://tabletpc.iboertje.nl/2012/01/30/tablet-en-ereader-verkoop-weer-fors-gestegen
http://www.techzine.nl/nieuws/23947/e-books-groot-succes-in-nederland.html

vrijdag 30 maart 2012

30/03 Gij zult schreeuwen

Midden dertigers hebben nog een glimp meegekregen van hoe het vroeger was, voordat internet de plek innam die het nu heeft. Toen vrienden en familie nog kaartjes aan elkaar stuurden, e-mail nauwelijks gebruikt werd en het nog iets voorstelde als je op televisie kwam. Als er over je gesproken werd in bladen, of als je er zelf met een interview in stond, dan was dat nog bijzonder. Tegenwoordig is niets minder waar. De schappen worden in kiosken en supermarkten overspoeld met tijdschriften. Je kunt het zo gek niet bedenken of er bestaat een magazine voor. En al die bladen zoeken content en dan het liefst over een persoon die ze nog niet eerder geïnterviewd hadden. Met televisie is het niet veel anders, en met de komst van nog meer reality shows en nog meer spelletjesprogramma’s krijgt iedereen tegenwoordig de kans om die fifteen minutes of fame mee te pakken. Als je al een beetje kunt zingen zijn er zo vijf talentenshows waar je auditie voor kunt doen. Naast tv-commercials houden producenten zich massaal bezig met internetcommercials (i-commercials). Er zijn dus nóg meer castingmodellen nodig om telkens weer een nieuw fris gezicht te kunnen laten zien. Kortom, op tv komen of in een blad staan is niet meer bijzonder. En het aanbod is zo groot dat het nauwelijks blijft hangen bij mensen. Als je niet bijzonder getalenteerd bent, maar toch meer dan fifteen minutes of fame wilt hebben, "moet" je iets anders doen. Je moet gaan schreeuwen. Het liefst over politiek incorrecte zaken, want daar houden de media van. Schreeuwende kleding dragen, schreeuwend grote tieten hebben (vinden mannelijke kijkers leuk), een schreeuwend kapsel hebben (a la Lady Gaga) en begrijpen dat het tegenwoordig nog nauwelijks gaat over de inhoud (ook al heb je die wel). Spreekt dit alles je niet aan? Dan is er altijd nog een andere manier. Vrij ouderwets, maar soms biedt het soelaas: keihard werken en accepteren dat je er iets langer over doet. De aanhouder wint tenslotte. Meestal dan.

donderdag 15 maart 2012

15/03 In de media en ander nieuws

In de Santé van april (vanaf vandaag te koop) staat een mooi interview van mij. Het herinnert me eraan dat ik niet zo moet treuzelen en hard verder moet werken aan boek 2. 

Toch komt er voorlopig nog geen afscheid van Schemervlucht, want er staan weer nieuwe plannen op stapel. Over een maand of twee wordt op OnsWoord.nl - een nieuw e-book platform - de e-bookversie van Schemervlucht aangeboden. Die gaat 'de glamour edition' heten en hiervoor wordt nog een aparte glamourshoot ingepland. 

Goede vriend en zakenpartner Anco van Hal gaat mij helpen met het opzetten van een persoonlijk YouTube-kanaal en ik heb voor de invulling hiervan verschillende ideetjes! Ik heb al een camcorder besteld en verheug me nu al op het filmen. 

Last but not least, ben ik samen met Amsterdamse schrijfvrienden bezig met het opzetten van een schrijfcollectief dat naast een literair karakter ook een kunstzinnig karakter krijgt. 

Over collectieven gesproken. Tot eind maart ben ik nog te zien in de tv-commercial van het energiecollectief van De consumentenbond. Voor wie het nog niet gezien had:


Daarnaast werd ik een paar weken terug gehypnotiseerd door Peter Powers. Dit werd gebruikt als i-trailer voor een website van Hyundai. Heel ludiek en heel beschamend om terug te zien, want het was allemaal 'echt'. Dus als je wilt lachen kun je hier zien hoe ik een auto aan het knuffelen ben:


Dat was het voor nu. De afgelopen maanden heb ik me dus niet verveeld, behalve dan die ene avond dat ik niet naar het boekenbal kon. Volgend jaar weer een poging.




maandag 27 februari 2012

27/02 Het geheim van succes

Uit: The life and Times of Scrooge McDuck Companion. By D. Rosa


Wat betekent succes voor jou? Het is een vraag die me de laatste tijd bezighoudt. Zelf vond ik altijd dat ik succes had als ik de dingen deed die ik leuk vond en mijn leven zo kon inrichten dat ik die dingen kon blijven doen. Als ik vroeg aan anderen wat zij onder succes verstonden, kwam wel eens het antwoord ‘de grootte van mijn banksaldo’ naar voren. Hierdoor vroeg ik me af of er iets scheelde aan mijn definitie van succes. Ik had immers vaker een klein dan een groot banksaldo. Maar als ik anderen hoorde beweren dat als je je passies volgde, het geld vanzelf wel zou komen, voelde ik me direct weer gesterkt. Mooi, dacht ik, want ik volg al bijna twintig jaar mijn passies. Gaandeweg merkte ik dat er meerdere dingen belangrijk waren. Het hebben van talent voor de passies die je wilt volgen helpt zeker mee. Hoe minder talent je ervoor hebt, hoe harder je ervoor moet werken. Misschien dat Dagobert Duck hier anders over denkt, maar heel hard werken om een gebrek aan talent te compenseren leidt in mijn geval vaak tot een afvalrace van passies. Ik geniet vooral van de dingen die ik kan. Er zijn dan ook genoeg mensen die menen dat succes te maken heeft met talent. Dit verklaart alleen niet waarom de een wel en de ander niet doorbreekt, waardoor er weer stemmen opkomen die beweren dat succes vooral te maken heeft met een flinke dosis geluk. Toch ontvang ik wekelijks wel een mail van een bedrijf dat beweert dat succes simpelweg te behalen is door het hanteren van een gedegen marketingformule. Succes is volgens sommigen - kennelijk - gewoon te koop. Madonna kon in haar beginjaren niet bijzonder goed zingen, maar ze had behoorlijk wat onderscheidingskracht en weet nog steeds elk jaar met iets vernieuwend te komen. Madonna is de personificatie van een gedegen marketingformule, maar uit haar onstuitbare drive kan niet anders dan een heftig verlangen ten grondslag liggen.

Na achttien jaar stapjes op en neer te hebben gezet op de ladder die carrière heet, weet ik inmiddels dat succes niet het een of het ander is. Het is een combinatie van dingen, maar het begint met iets heel cruciaals: een wezenlijk verlangen. Als ik denk aan alles dat ik in mijn leven ondernam zonder dat hier succes uit voortkwam, waren dit altijd dingen waar ik niet echt achter stond. Het verlangen ontbrak, waardoor mijn energie erachter ook ontbrak. Het omgekeerde ervoer ik ook: zo gauw ik enthousiast over iets was, verlangde ik ernaar me ermee bezig te houden en volgde onherroepelijk het succes. Ik dacht hierbij niet na over marketingformules en ook niet over het wel of niet aanwezig zijn van voldoende talent. Als ik een 80-urige werkweek had, had ik dat niet eens door. Dagobert Duck had vast een enorm verlangen naar veel geld. Het werk dat hij ervoor moest doen, deed hij vast met passie. Niet hard werken loont, maar hard vasthouden aan je passies.

zaterdag 11 februari 2012

11/02 Recensie in LINDA en interview in Schrijven Magazine

Een mooi begin van de maand februari, waarin er een leuke recensie in de LINDA en een interview in Schrijven Magazine werd gepubliceerd. De meeste winkels willen geen werk van onbekende schrijvers in de schappen, dus als debutante kan ik alle publiciteit goed gebruiken!

De maanden december en januari waren een beetje komkommertijd. Ineens had ik tijd voor de administratie en het ophangen van gordijnen. Als freelancer zou ik in rustige tijden moeten genieten, maar dat lukt me niet. Ik vrees in rustige tijden altijd dat ik ineens niet meer voldoende werk kan krijgen en de rekeningen niet meer kan betalen. Door mijn hoofd spookt telkens het zinnetje: 'Raakt de crisis mij nu ook?' Gelukkig is mijn agenda in februari weer vol. Dit betekent ouderwets werken in het weekend om deadlines te halen, maar dat vind ik ineens niet erg meer. En vanaf 13 februari draait er een commercial op alle kanalen waarin ik het Energiecollectief van de Consumentenbond  promoot. Let ook op als je boodschappen doet in de Coop: de komende twee jaar kun je mij daar zien hangen in de supermarkt.

In maart krijgt mijn Schemervlucht-kindje opnieuw aandacht, in een interview in Santé magazine. En zo blijven mijn uitgever en ik telkens weer ons best doen om rond te leuren met het boek dat volgens ons gelezen moet worden. Dus mochten jullie binnenkort met Valentijn jezelf of iemand anders iets cadeau willen doen, weet ik nog een leuke cadeautip!

*Kun je de recensie of het interview niet goed lezen? Lees het dan op http://schemervlucht.com/in-de-media/


donderdag 2 februari 2012

Hello Anco: 23/24 januari 2012: wintereditie Modefabriek

Hello Anco: 23/24 januari 2012: wintereditie Modefabriek: Tekst & foto's: Alexandra Smith Op 23 en 24 januari was er weer Modefabriek in de RAI, Nederlands grootste Fashion beurs. Hello Anco ging ...

zaterdag 28 januari 2012

28/01 The Artist: geniaal en oorverdovend stil

Jean Dujardin (L) and Berenice Bejo (R)
The Artist ervaar je al voordat je naar de film gaat. Je denkt: ik weet niet of ik zin heb in een film zonder tekst. Omdat de recensies goed zijn, ga je toch. Wat blijkt? De film grijpt je direct. Je wordt betoverd door de manier waarop de lagen ingenieus door elkaar lopen; je kijkt naar een film waarin films worden gemaakt en ziet scènes terug van de films die in de films gemaakt worden. Je ziet de overgang van een oude naar een nieuwe tijd. Het is de tijd van opkomende ‘talkies’, de films waarin gesproken wordt. Deze nieuwe trend houdt onherroepelijk in dat acteurs uit stomme films passé zijn. In de film zie je dan ook hoe een grote ster uit stomme films in de goot terecht komt omdat hij als Fransoos niet in Engelstalige films kan spelen. “Het publiek wil gesproken films en het publiek heeft altijd gelijk,” zegt de grote filmbaas voordat hij de Fransoos ontslaat. In één scene voel je hoe ingrijpend dat voor ‘the artist’ is. We zien de Fransoos in zijn kleedkamer en hoe hij alles aan geluid om zich heen gedetailleerd waarneemt. Alles, behalve zijn eigen stem. Een dramatische schreeuw wordt angstaanjagend stil – en dus juist niet – ten gehore gebracht. Het is een theatrale kunstgreep van de regisseur, die metaforisch blootlegt hoe pijnlijk het is om te ervaren dat de wereld letterlijk niet op jouw stem zit te wachten. Ik wist niet of ik zin had in een film zonder tekst. Maar deze stomme film was de beste film die ik in lange tijd gezien had. Ontwapenend, geniaal en oorverdovend stil.

woensdag 11 januari 2012

11/01 Verlangen naar vervreemding

Ik zit in de bibliotheek in Groningen en zoek inspiratie om te schrijven. Manieren om contact te maken met mijn ziel. Een boek van Paolo Coelho lezen, helpt mij daarbij. Op dit moment lees ik De Beschermengel. Onder andere dan. Ik lees ook nog een Russische thriller en een interessant psychologisch boek over relaties. Boeken lezen die je raken, is voor een schrijver prikkelend. Het is als kijken naar hoe iemand op een podium prachtig zingt of acteert. Je aanschouwt het bewonderend en wil het nadoen. Ik weet dat ik zo wil schrijven dat het raakt, dus ik moet boeken lezen die mij raken.

Ik ben een materiaalverzamelaar. Vanuit materiaal ontstaat een boek. Daarom lees ik, beleef ik en maak ik daar notities van in een boekje. Als ik buiten wandel en iets tegenkom wat ik mooi vind, maak ik er een foto van. Sinds ik Schemervlucht de wereld instuurde, ben ik nieuw materiaal aan het verzamelen. Het gaat zoals gewoonlijk niet zo snel als ik zou willen. Al het begin is moeilijk. Niets is ooit gemakkelijk.

In de drieëneenhalf uur durende treinreis naar Groningen, bedacht ik mij dat een nieuwe reis mij zou helpen. Het is voor mij de ideale manier om een nieuw verhaal te beginnen, een waarheid waar ik niet omheen kan. Maar de realiteit werkt tegen. Je kunt nu eenmaal niet zo gauw je daar zin in hebt het vliegtuig pakken. Dus hoe kan ik de inspiratie die ik tijdens het reizen opdoe ervaren in het hier en nu? Hoe kan ik de heerlijke vervreemding die ik voel als ik nieuwe plaatsen aandoe ervaren in een land dat ogenschijnlijk niets nieuws biedt?

Inspiratie zit overal en bovenal in jezelf. Op het einde van deze alinea, heb ik immers al 327 woorden geschreven. Tegelijkertijd herschrijf ik al twee dagen een pagina die het begin van mijn nieuwe boek voorstelt. Er klopt iets niet, en herschrijven gaat dat ‘iets’ niet oplossen. Misschien eerst het boek van Paulo Coelho uitlezen.

vrijdag 6 januari 2012

06/01 Nieuw jaar, nieuw boek


2011 zit er helemaal op. Ik begon het jaar goed met materiaal verzamelen voor mijn tweede roman. Een paar dagen geleden heb ik de eerste pagina getikt, die ik vandaag weer voorzichtig herlas en herschreef. Het proces begint weer van voren af aan en het is spannend om aan iets nieuws te beginnen. Ik weet niet of het allemaal bruikbaar is, wat ik heb opgeschreven. Maar elk idee moet een kans krijgen en schrijven is de enige manier om verder te komen. 


Het was een productieve eerste week in het nieuwe jaar. Een fotoshoot hier, een casting daar en tussendoor ben ik nog geïnterviewd voor een beauty portret dat verschijnt in het februarinummer van Santé. Daarin wordt ook iets over Schemervlucht verteld. 


Het voelt nog niet helemaal alsof ik al in 2012 zit. 2011 zit nog in mijn systeem. Maar de dagen verstrijken en de kalender vertelt mij dat ik over negen dagen alweer mijn 37e verjaardag vieren zal. Mijn lief doet mij voor mijn verjaardag een weekendje Parijs cadeau. Misschien begint het jaar voor mij dan pas echt.