Gisterennacht liep ik mee in De nacht van de vluchteling. Die
wordt jaarlijks georganiseerd om de ontberingen die veel
vluchtelingen meemaken onder de aandacht te brengen. Maar het is ook een persoonlijke uitdaging.
Zo zoekt elke deelnemer vooraf sponsors. Het geld van de sponsors
kwam dit jaar ten goede aan de ontmijning van Zuid-Soedan, zodat ouders en
kinderen er een veilig bestaan kunnen opbouwen. Met € 250 kan er al een gebied
van 150 kilometer mijn-vrij gemaakt worden. Met de € 300 die ik ophaalde, heb ik
dus zo’n 180 kilometer mijn-vrij gemaakt. Dat gaf een goed gevoel. Het totale
bedrag van het team waar ik in zat (van Joop.nl) bedraagt zelfs €3.337,50! Doneren mag overigens nog steeds.
De nacht was erg zwaar. Door een probleem aan mijn voeten
heb ik nooit lange wandeltochten gemaakt. Ik herinner me dat ik op mijn 25e
nauwelijks een half uur zonder pijn kon lopen. Door een tijd speciale voetzolen
te dragen, werd dit opgelost. Maar nog steeds gaat lang lopen of lang op mijn
benen staan gepaard met pijn. Ik wist dus niet of ik de 40 kilometer
zou halen.
Rond de 30 kilometer had ik het zo zwaar dat de tranen over
mijn wangen liepen van de pijn. Ik strompelde op 33 kilometer een rustpunt
binnen waar ik mijn voeten liet insmeren met speciale crème. “Waarom is die 40
kilometer zo belangrijk voor je?” vroeg de verpleegster met een blik die verraadde ze er
niets van snapte. “Ik heb zojuist 33 kilometer gelopen. Dat is al 20 kilometer meer dan ik ooit in mijn leven gelopen heb. Nu zal ik hem uitlopen ook!” antwoordde ik.
Wat ik er niet bij vertelde is dat ik het mezelf ontzettend gunde.
Dat het een persoonlijke mijlpaal was waar ik de rest van mijn leven aan terug
zou denken. En dat als je op 33 kilometer zit, de punt of no return ruimschoots
is gepasseerd. Bovendien: als je een vluchteling bent onderga je nog veel ergere ontberingen.
Voorzichtig zette ik na tien minuten pauze weer mijn eerste
pasjes. Een rollator zou me niet misstaan hebben. Mijn teamgenoten keken me medelijdend aan. Een van hen, Gijsbregt,
vroeg of ik anders een ibuprofen wilde innemen. Het bleek een briljant idee. De
laatste 7 kilometer liep ik weliswaar met pijn, maar door de pijnstillers was
die dragelijk. Ik liep harder dan de 33 kilometer daarvoor en had bij de
laatste 3 kilometer zelfs een brede glimlach op mijn bleke gezicht.
De combinatie van wilskracht, verlangen en pijnstillers
bracht mij over de eindstreep.
Ik heb het gehaald.