zondag 29 december 2013

29/12 Een jaar dromen aanraken en beleven

Op de valreep van het jaar kunnen er mooie dingen gebeuren. Zo rondde ik 100 dagen dankbaarheid, dagboek van een zzp'er in crisistijd af dat ik in 100 dagen schreef. Nog mooier: ik mag het 9 januari presenteren aan een groep Rotterdamse ondernemers tijdens een nieuwjaarsborrel. Ze krijgen een mini-workshop van mij cadeau over hoe je jezelf met verhalen onvoorwaardelijk kunt verbinden met je doelgroep. Ik zoek nog een Amsterdamse groep voor de Amsterdamse lancering (hint, hint)!

Maar er gebeurde ook nog iets anders wat mooi is. Ik werd geïnterviewd voor De Reis van de Heldin, een papieren en digitale gids voor vrouwelijke creatieve professionals, die met hun passie hun geld verdienen. Hierna werd ik uitgenodigd voor een boekpresentatie die eens een keer niet standaard was. Excusez moi maar de meeste boekpresentaties volgen allemaal hetzelfde principe. Dus toen ik naar De reis van de Heldin Amsterdam ging, verwachtte ik hetzelfde. Een welkomstdrankje, een praatje, een overhandiging van het eerste exemplaar en een koopmogelijkheid.

Niets van dit alles klopte. Het was geen welkomstdrankje maar een meervoud hiervan, gecombineerd met hapjes in overvloed die prachtig waren opgemaakt. Het "praatje" - gehouden door Peter de Kuster - was gebaseerd op een verzameling prikkelende en herkenbare quotes van de andere "heldinnen" die waren geïnterviewd. Hierna mochten drie van hen een inspirerende speech geven. Uit de losse pols, want hiervan waren ze zelf niet op de hoogte. Prachtig verrassingseffect. En alle aanwezigen kregen het boek cadeau.

De sprekers waren allemaal op hun eigen unieke manier geweldig, maar een specifieke speech bleef wat nadrukkelijker hangen. De speech van Danielle Steijn van Steijns House of Happines. Zij wil mensen laten stralen en inspireren om hun droom te leven en doet dat wel op een heel bijzondere manier: door ze via verschillende soorten thee de juiste ingrediënten te geven die ze nodig hebben om optimaal in hun kracht te staan. Steijn raakt mensen met een onuitputtelijke energie, ontwapenende authenticiteit en een bron van woordcreativiteit. De spontane applausjes na diverse uitspraken die ze deed, bewezen dat ik niet de enige was in het publiek die er zo over dacht.

"Als je gaat staan voor wie je bent, is dat ook meteen een aantrekkingskracht voor anderen," zei ze onder meer. En zo is dat. Ik wens haar en alle anderen die hun dromen nastreven voor 2014 de knallende successen die ze verdienen.

De allerbeste wensen voor 2014. Een jaar waarin ik hoop dat je de dromen die je hebt niet alleen mag aanraken, maar ook mag beleven.

Mijn bucket list voor 2013 is behoorlijk afgevinkt en hiervoor ben ik dankbaar. Voor 2014 maak ik vol verwachting een nieuwe.

Interview in De Reis van de Heldin december 2013

zondag 17 november 2013

17/11 Werken pick-up lines?

Sinterklaas, wie kent hem niet?
Soms zijn het hele normale dingen waar je je ineens over kunt verwonderen.

Afgelopen nacht ging ik met wat stapvriendinnen van vroeger op stap. Het begon met een drankje in Palladium. Als dertigers tussen minderjarige tieners aanschouwden we het toneel. Hoofden en ogen die als tennisballen van links naar rechts gaan. Lichamen die elkaar net wel of net niet raken tijdens het dansen. De ruimte was doordrenkt van lust.

We voelden ons even alsof we waren gedropt in een jungle waar de jacht was geopend. En als je geen vrijgezel meer bent, jonge moeder (twee van de drie) of stokoud (iedereen die een generatie langer meegaat) vind je dat helemaal niet erg. Voyeurisme is het beschaafde alternatief op zo’n avond.

Slechte pick-up lines

In Club NL werd later het hoogtepunt van verwondering bereikt. Niet omdat ik merkte dat mijn voeten en hakken nog steeds niet samengaan met mijn dansstijl en dat alcohol dit niet verhelpt. Maar omdat er in slechts één uur tijd wel vijf slechte pick-up lines naar mijn hoofd werden geslingerd. Ik heb ze maar even op een rijtje gezet:
1. Mijn vriend daar heeft liefdesverdriet, kun je hem adviseren?
2. Mijn broer is vrijgezel, mag ik je aan hem voorstellen?
3. Hij daar was plan B (wijzend naar zijn vriend die me al een paar keer had aangesproken). Maar ik ben plan A.
4. Is zij je moeder of je vriendin?
5. (Als ik aan het whatsappen ben met iemand) Vind je het erg als ik naast je kom zitten, je telefoon heeft hier toch geen bereik?

Glimlach

Zo vaak ga ik niet meer uit, maar na zo’n avond vraag ik me het toch af. Zijn pick-up lines altijd zo slecht geweest? Werken ze überhaupt? Waarom zou je ze trouwens gebruiken? Met het gevaar om op mijn 38e al voor zeurende oma te worden uitgemaakt, heb ik een bescheiden suggestie voor iedereen die het wat subtieler aan wil pakken.

Dit is mijn suggestie: vergeet die pick-up line. Als je iemand ziet die je leuk vindt, maak dan oogcontact en glimlach. Zo makkelijk kan het zijn! 

dinsdag 22 oktober 2013

22/10 Piet niet zwart vanwege het roet

Ik heb mezelf nooit als zwart of wit beschouwd. Maar nu de discussie oplaait met betrekking tot Zwarte Piet, begrijp ik dat mensen mij in ieder geval niet wit vinden. Dagelijks krijg ik de vraag: “Wat vind jíj nu van Zwarte Piet, vind jij het ook beledigend voor zwarte mensen?”

Er zitten zes bloedlijnen in mij en nu moet ik ineens een standpunt innemen voor dat deel van mijn bloed dat zwart is. Ik heb altijd moeite gehad met het woord zwart. Dat vind ik een raar woord. Sowieso weet ik niet hoe ik “zwarte mensen”moet noemen. Ik ben altijd bang dat het beledigend overkomt. En dat terwijl anderen mij geregeld als zwart persoon zien!

Vroeger toen ik klein was, heb ik een paar keer Sinterklaas gevierd. Ik sta zelfs op de foto met Sinterklaas. Verlegen zit ik als meisje van vijf jaar op zijn schoot. Sinterklaas vond ik maar eng. Niet zozeer omdat hij wit was, maar omdat hij autoritair overkwam. En autoriteit, daar heb ik tot op de dag van vandaag nog steeds een hekel aan.

Sinterklaas werd bij ons thuis na een paar keer al niet meer gevierd, omdat mijn vader in Suriname geboren is en op gegeven moment besloot dat het discriminerend was dat er Zwarte Pieten bij betrokken waren. Voor een kind is het natuurlijk altijd sneu als het ineens geen Sinterklaas meer mag vieren terwijl je klasgenootjes dat wel doen. Natuurlijk vond ik het flauw. En ik was vast verdrietig.

Aan de andere kant, moet iedereen niet voor zichzelf bepalen wat hij van Zwarte Piet vindt? Wij gingen uiteindelijk in plaats van Sinterklaas gewoon aan kerst doen. De cadeaus schoven een paar weken op. Daar wen je ook wel weer aan. Ik heb er in ieder geval geen trauma aan overgehouden. Sinterklaas verdween uit mijn actieve geheugen.

Tot hij een paar jaar geleden weer opdook. Dat kwam eigenlijk omdat een van mijn vrienden in het buitenland mij erop wees dat het heel raar is dat wij een feest vieren met een duidelijk zwarte knecht. ‘Dat is toch racistisch?’ werd op verwijtende toon gezegd. Zo had ik er eigenlijk zelf nooit over nagedacht, maar mijn vader natuurlijk wel. Nieuwsgierig begon ik op internet een speurtocht. Tot mijn verbazing vond ik zelfs buitenlandse scripties over het onderwerp.

We zijn nu jaren verder en ik verzeker je dit: in het buitenland leeft het debat over ons Sinterklaasfeest al veel langer dan velen van ons vermoeden. Daarom was ik niet verrast toen ik vernam dat de VN een onderzoek gingen instellen. Dat vinden wij heel vreemd, maar wij wonen in dit land en weten niet beter.

Piet is zwart omdat hij door de schoorsteen gaat, zeggen we altijd. Maar dat verklaart niet de dik gemaakte lippen, de grote oorbellen en het accent dat vele Pieten maar wat graag gebruiken als ze snoep rondstrooien. Kom op mensen. Piet is natuurlijk niet zwart omdat hij door de schoorsteen gaat. Dat hebben we onszelf verteld omdat we ergens natuurlijk zelf ook wel voelden dat Zwarte Piet wel verdomd veel gelijkenis toonde met zwarte mensen. En als die Piet dan ook nog de knecht van een blanke genoemd wordt…

Persoonlijk zal het mij een worst wezen of het Sinterklaasfeest nu wel of niet wordt afgeschaft. Maar ik vind wel dat iedereen het recht heeft om daar zijn eigen mening over te vormen. Door de globalisering was het denk ik slechts een kwestie van tijd dat deze discussie een keer tot op het niveau van de VN gevoerd zou worden.

En dat premier Rutte het afdoet als “Piet is nu eenmaal zwart”, is natuurlijk een uitspraak waar niemand iets mee kan. Moeten we het feest afschaffen? Van mij hoeft het niet. Moeten we het feest aanpassen? Misschien een goed idee voor de groep die zich gekwetst voelt. Kinderen komen daar echt wel overheen.
Laten we in ieder geval respect hebben voor iedereen die er wél een mening over heeft. De discussie over Zwarte Piet is niet zwart-wit. En je kunt het niet afdoen met: stel je niet zo aan. Gevoelens zijn er nu eenmaal. Die gaan niet zomaar weg en al helemaal niet als ze niet erkend worden. Dan worden die gevoelens alleen maar erger. En dat is het volgens mij niet waard.

Misschien is Sinterklaas ook wel niet meer van deze tijd. Dan gaan we lekker met zijn allen kerst vieren. Scheelt weer een hoop centjes. Hoewel dat misschien voor de economie op dit moment niet de beste keuze is.

Dit blog werd ook geplaatst op Joop.nl http://www.joop.nl/opinies/detail/artikel/23506_de_discussie_over_zwarte_piet_is_niet_zwart_wit/

zondag 8 september 2013

8/09 Schrijfziek? Start een nieuw boek!

Manuscripta met Oscar Bulthuis
Een week geleden stond ik op Manuscripta, waar ik een stand deelde met uitgever Het Boekenschap, auteur/coach Oscar Bulthuis en thrillerauteur Martyn van Beek. Het was dit jaar een andere Manuscripta dan anders, omdat het onderdeel was van de Uitmarkt. Hoewel ik minder Schemervluchten verkocht dan ik had gehoopt, ben ik toch tevreden. We hadden redelijk mooi weer, de mensen waren vriendelijk en nieuwsgierig en ik heb weer wat nieuwe contacten gemaakt in de uitgeef- en schrijfwereld.

Manuscripta is vooral leuk omdat je als schrijver je (toekomstige) lezers live kunt ontmoeten. Dit levert soms verrassende gesprekken op, als ze ineens erachter komen dat jij de schrijver van een boek bent dat ze in handen hebben. Op de stand had ik ook mijn nieuwste manuscript ter inzage gelegd (tot zo ver het af was). Resultaat: maar liefst twintig proeflezers buigen zich over mijn half volwassen kindje, de psychologische thriller die ik over drie maanden af wil hebben. Vandaag stuurde ik hem uit en ik vind het erg spannend.

Eerlijk is eerlijk, ik zie Manuscripta liever in grootse vorm terug op het Westergasterrein waar ik me vroeger als Alice in Wonderland voelde en van hal tot hal trok om lezingen bij te wonen, schrijvers te spreken of nieuwe boeken te ontdekken. Toch heb ik ook dit jaar genoten. Belangrijker nog: het heeft me opnieuw geïnspireerd. Ik had al een tijdje een idee voor een non-fictie boek. Dankzij De 99 leukste 5 minuutjes (cadeautip!) van Oscar Bulthuis, kwam ik op het idee voor de definitieve vorm ervan. Ik ga het in 100 dagen schrijven! Het boek krijgt de titel: 100 dagen dankbaarheid, met als subtitel Dagboek van een zzp’er in crisistijd. Het wordt een (columnachtig) dagboek met een knipoog, dat goed inzicht geeft in het leven van een zzp’er die in tijden van crisis het hoofd boven water probeert te houden. Een boek dat beschouwd mag worden als tegenreactie op de crisis, door vooral ook stil te staan bij waar we dankbaar voor mogen zijn. Maar ook een eerlijk boek dat de pijnlijke nadelen van zzp’erschap zichtbaar maakt en populaire leuzen over hoe je rijk kunt worden op de schop neemt.

Mijn streven is om naast dit boek ook mijn pschologische thriller over 100 dagen af te hebben. Met een strak schrijfplan heb ik er alle vertrouwen in dat dit goedkomt. Overigens zijn er al 4 dagen geschreven, dus heb ik nog maar 96 dagen te gaan. De komende tijd is het schrijfvirus dus in alle hevigheid losgebarsten. 

dinsdag 6 augustus 2013

06/08 Niet reizen, maar schrijven

Omhuld door duisternis in de bergen in Zwitserland. Een merkwaardig contrast met vanmiddag, toen we nog met zijn allen in de tuin aan het barbecueën waren en de hitte niet alleen van de gegrilde delicatessen afkwam. Onweer ontneemt ons het zicht op de bergen, en daarmee de lust voor het schrijven. Met enige trots sluit ik de dag af, want ik passeerde toch de 35.000 woorden vandaag.

De frustratie dat het boek nog steeds niet af is, heb ik losgelaten. Ik weet namelijk dat zolang ik eraan blijf werken, het ooit afkomt. De helft van het schrijven is discipline. De andere helft is vertrouwen. Als je een idee lang genoeg de kans geeft, komt daar altijd iets uit. Bijschaven, herstructureren, plotmijmeren en natuurlijk genieten.

Een paar dagen geleden was ik in Saint-Tropez en Cannes en daarna in Monte Carlo. De miljoenenjachten, Ferrari's en kastelen van villa's schreeuwden het naar me uit: kijk ons stralen! Wie ben jij? Maar ik liet me niet intimideren en bedacht een nieuwe mantra:
Niet ik wou, maar ik ben. Niet morgen, maar nu. Niet ik wens, maar ik heb. Niet ik oordeel, maar ik waardeer. Niet ik haat, maar ik verbind.

Mijn vakantie bracht mij tot nu toe prachtige uitzichten in Frankrijk, Spanje, Monaco, Italië en Zwitsterland. De mooiste plekjes bezochten we. Maar de meest bijzondere plaats is misschien wel de wereld van fantasie, die zich keer op keer aan mij openbaart als ik het witte papier betreed. Daar kunnen geen miljoenenjachten tegenop, ook al zou ik er best een willen bezitten.

Niet ik reis, maar ik schrijf.



dinsdag 11 juni 2013

Female Leadership Journey: van Catharsis naar Zen

Rijst eten van velden waar we op uitkijken
De Female Leadership Journey is voorbij. Een gevoel van catharsis overheerst. Terug in Nederland werd ik direct weer het dagelijks leven ingetrokken. 24 uur geleden had ik nog uitzicht op bananenbomen en rijstvelden. Nu vormde het geluid van trams, toeters, gelach en gevloek in het verkeer in Amsterdam opnieuw het decor van mijn leven. Thuis achter mijn computer wachtten honderden mails die om antwoord vroegen en een paar offerteaanvragen. Daarnaast een grote bos rode rozen, een 'welkom terug'-gebaar van mijn vriend. Overdag dag vulde ik met een verjaardagslunch met een vriendin en souvenirs langsbrengen bij moeder en zus. En alsof het nooit anders was geweest stond ik ’s avonds alweer in de supermarktrij bij de appie en was ik iets later weer aan het koken achter mijn vertrouwde gasfornuis.

Maar de Female Leadership Journey is nog niet voorbij. Diep van binnen heb ik nog steeds dat Zen-gevoel,
Yoga doen in tempelcomplex Borobudur
veroorzaakt door tien dagen yoga en de verbinding die ik tijdens oefeningen gemaakt heb met de elf andere vrouwen met wie ik op reis ging. We hebben zoveel gedaan en te verwerken gehad, dat ik nog steeds bezig ben om alles een plekje te geven. Het persoonlijke leiderschapsprogramma heette: “De Kracht van de ontmoeting”. Dat bleek een understatement. Vooraf had ik nooit kunnen bedenken hoe krachtig die ontmoetingen zouden zijn: met mezelf door workshops, met de vrouwen waarmee ik op reis was en met de mensen in – en betrokken bij – het microkredietproject. Het was een vol programma en de enige manier om hem te beleven was door me er volop aan over te geven. Mijn dagelijkse gehechtheid aan controle en planning gooide ik overboord.

En omdat ik 100% uit mijn comfortzone was, ervoer ik in Indonesië iets heel bijzonders: de innerlijke oordeelmachine stond bijna volledig uit. Het is ongelooflijk hoeveel rust er over je heen komt als je niet constant een criticus in je hoofd hebt schreeuwen. Je kunt dan bijvoorbeeld vogelkooien schoonmaken in het Wildlife Rescue Centre terwijl er een roofvogel boven je hoofd langs vliegt en muggen zich tegoed doen aan dat streepje huid tussen je truitje en joggingbroek. Dat stukje huid dat net vrijkomt als je je buigt om iets van de vloer te vegen. 

In dorpscommunity
De komende tijd zal de reis zich in mij nog voortzetten, want wat er in gang is gezet wil doorbewegen en die energie krijgt de ruimte. Ik zal niet vergeten hoe het was om in een arme dorpscommunity contact te maken met mensen zonder dat we elkaar konden verstaan. Of het beeld kwijtraken van emotionele, huilende vrouwen uit het dorp die ons uitzwaaiden. Ik zal terugdenken aan gezinnen waarbinnen iedereen zijn plek weet, zijn eigen dagritme kent, zijn eigen taken uitvoert en tradities respecteert. Gezinnen die berusting uitstralen, ruimte maken voor plezier en waarbinnen elk gezinslid de glimlach als basisprincipe hanteert.

Over persoonlijk leiderschap ben ik tijdens de reis verschillende dingen te weten gekomen. Ik kan er een boek over schrijven. Maar eerst wil ik nog even genieten van die basis die verstevigd is. Van de liefde die ik ervoer in mezelf en die ik mocht ontvangen van anderen. Van de kracht van de ontmoeting.  

Persoonlijk leiderschap is altijd al in iedereen aanwezig, maar soms is het nodig de controle kwijt te raken
om er weer bij te kunnen. Ik dank Microkrediet voor Moeders, de coaches Anita Tamming en Anne van de Vegte voor hun bijdrage en Angelique Timmer van  Microkrediet voor Moeders voor de geweldige inspirerende rol die zij vervult. Primakassie, ofwel, ontzettend bedankt op zijn Indonesisch.

In het najaar vertrekt er een nieuwe reis naar Sri Lanka, en ik wens nieuwe deelnemers daar dezelfde beleving toe - maar dan op hun eigen manier. Voorlopig duurt die van mij nog even voort.

To be continued en namasté! 

zaterdag 11 mei 2013

11/05 De nacht dat ik een mijlpaal bereikte


Gisterennacht liep ik mee in De nacht van de vluchteling. Die wordt jaarlijks georganiseerd om de ontberingen die veel vluchtelingen meemaken onder de aandacht te brengen. Maar het is ook een persoonlijke uitdaging.

Zo zoekt elke deelnemer vooraf sponsors. Het geld van de sponsors kwam dit jaar ten goede aan de ontmijning van Zuid-Soedan, zodat ouders en kinderen er een veilig bestaan kunnen opbouwen. Met € 250 kan er al een gebied van 150 kilometer mijn-vrij gemaakt worden. Met de € 300 die ik ophaalde, heb ik dus zo’n 180 kilometer mijn-vrij gemaakt. Dat gaf een goed gevoel. Het totale bedrag van het team waar ik in zat (van Joop.nl) bedraagt zelfs €3.337,50! Doneren mag overigens nog steeds.

De nacht was erg zwaar. Door een probleem aan mijn voeten heb ik nooit lange wandeltochten gemaakt. Ik herinner me dat ik op mijn 25e nauwelijks een half uur zonder pijn kon lopen. Door een tijd speciale voetzolen te dragen, werd dit opgelost. Maar nog steeds gaat lang lopen of lang op mijn benen staan gepaard met pijn. Ik wist dus niet of ik de 40 kilometer zou halen.

Rond de 30 kilometer had ik het zo zwaar dat de tranen over mijn wangen liepen van de pijn. Ik strompelde op 33 kilometer een rustpunt binnen waar ik mijn voeten liet insmeren met speciale crème. “Waarom is die 40 kilometer zo belangrijk voor je?” vroeg de verpleegster met een blik die verraadde ze er niets van snapte. “Ik heb zojuist 33 kilometer gelopen. Dat is al 20 kilometer meer dan ik ooit in mijn leven gelopen heb. Nu zal ik hem uitlopen ook!” antwoordde ik.

Wat ik er niet bij vertelde is dat ik het mezelf ontzettend gunde. Dat het een persoonlijke mijlpaal was waar ik de rest van mijn leven aan terug zou denken. En dat als je op 33 kilometer zit, de punt of no return ruimschoots is gepasseerd. Bovendien: als je een vluchteling bent onderga je nog veel ergere ontberingen.

Voorzichtig zette ik na tien minuten pauze weer mijn eerste pasjes. Een rollator zou me niet misstaan hebben. Mijn teamgenoten keken me medelijdend aan. Een van hen, Gijsbregt, vroeg of ik anders een ibuprofen wilde innemen. Het bleek een briljant idee. De laatste 7 kilometer liep ik weliswaar met pijn, maar door de pijnstillers was die dragelijk. Ik liep harder dan de 33 kilometer daarvoor en had bij de laatste 3 kilometer zelfs een brede glimlach op mijn bleke gezicht.

De combinatie van wilskracht, verlangen en pijnstillers bracht mij over de eindstreep.

Ik heb het gehaald. 

dinsdag 7 mei 2013

07/05 Exit Bevrijdingsdag, exit vluchtelingen

Home Sweet Home: Kunst valt niet onder de vrijheid van
meningsuiting, vindt burgemeester Roep van Vlissingen.

Mensen werden opgepakt in de oorlog, omdat ze geen ‘wij’ waren maar ‘zij’.  Een quote uit de prachtige speech die oud-commandant der Strijdkrachten Peter van Uhm op Bevrijdingsdag uitsprak. Gek genoeg moest ik daar gisteravond weer aan denken, toen een typisch ‘wij-zij’-gevalletje opdook in Vlissingen.

Wat was daar aan de hand? Kunstenares Tinkebell bouwde hier in opdracht van stichting De Cultuurwerf een opvallend kunstwerk: een gezellig Hollands huisje waarin vluchtelingen Ezzedin en Shirak vier weken konden wonen. Ze noemde het Home Sweet Home. De achterliggende gedachte was om met het kunstwerk het vluchtelingenprobleem in Nederland onder de aandacht te brengen. Maar nadat stichting De Cultuurwerf mondeling en via e-mail al een toezegging had gekregen voor een vergunning, besloot burgemeester Roep gisteren ineens dat Home Sweet Home toch afgebroken moest worden. Ironisch genoeg werden de dag na Bevrijdingsdag twee vluchtelingen weer op straat gezet. De ene is in hoger beroep omdat hij geen verblijfsvergunning kreeg. De ander heeft geen verblijfsvergunning gekregen omdat hij een vals paspoort nodig had om het land waarin hij gemarteld werd te ontvluchten. Hij is uitgeprocedeerd, maar terugkeren betekent voor hem marteling, of erger, de dood. Dus beland je op straat. En precies dit onmenselijk dilemma beoogde kunstenares Tinkebell publiekelijk aan te kaarten.

Het was natuurlijk niet de vergunning voor het kunstwerk die de oorzaak was van het afbreken van Home Sweet Home. Directeur Bakker van stichting De Cultuurwerf: ‘Er worden na toezegging wel vaker kunstwerken al gebouwd nog voordat de vergunning binnen is.’ De echte reden wordt dan ook snel duidelijk als burgemeester Roep van Vlissingen bij omroep Zeeland zijn relaas doet:  ‘Wij waren niet gelukkig met het feit dat er uitgeprocedeerde asielzoekers in werden gezet. Ik vind dit een bedenkelijke manier van kunst bedrijven. Vrijheid van meningsuiting is wat anders, maar hier heb ik geen goed woord voor over.’

Het is duidelijk. Burgemeester Roep kon niet anders. Uitgeprocedeerde vluchtelingen horen op straat en je mag niet met kunst je mening verkondigen. Overigens is er een nog helemaal niet uitgeprocedeerd.  In Vlissingen bood in ieder geval noch de gemeente, noch een particulier opvang voor de vluchtelingen. Maar in Amsterdam kunnen zij een week onderdak krijgen. Als er hierna geen andere opvang komt, staan ze na een week weer op straat.

Terug naar de toespraak van Peter van Uhm, die hoopt dat we niet alleen op 4 mei maar ook de 364 dagen erna terugdenken aan hoe nagedachtenis en saamhorigheid ons helpen om in tijden van ‘ik’ het ‘wij’ terug te vinden. Omdat niet vanuit het ‘ik’ of het ‘zij’, maar vanuit het ‘wij’ goede dingen ontstaan. Dus hoe lossen wij het probleem van Ezzedin en Shirak op en voorkomen we dat twee getraumatiseerde mensen weer op straat komen te staan?

Dat is de vraag die maar weinig mensen bezighoudt en daarom is het goed dat stichting De Cultuurwerf en Tinkebell onze aandacht trekken. Kunst valt wel degelijk onder de vrijheid van meningsuiting en zet ons aan het denken in tijden dat woorden dat niet meer kunnen doen.

dinsdag 16 april 2013

16/04 Schrijfzaadjes planten

Groener en kleurrijker. Het uitzicht op de houthavens verzekert mij ervan dat het waar is: het voorjaar is eindelijk gearriveerd. Het eerste kwartaal had ik daar de zaadjes al voor gelegd. Ik wilde een memorabel voorjaar, met toeters en bellen. Door de oprichting van Fabel lukte dit: in maart startte de cursus autobiografisch schrijven die eind april wordt herhaald.

Met mijn thriller passeerde ik de magische grens van 25.000 woorden. Dat zijn dierbare zaadjes, die woorden. Binnenkort zijn het er 30.000 en klop ik weer bij Prometheus aan. Intussen gaat het begeleiden van andere auteurs ook door en hielp ik iemand met het lanceren van haar blog. Mensen leren schrijven vanuit hun ziel is een mooi beroep. Vooral als je daar zelf ook van leert en erdoor geïnspireerd raakt. 

Die inspiratie zal ik nodig hebben, want de wereld draait door en er komt van alles op mijn pad. Wat ik mijn cursisten altijd leer, is dat je altijd moet blijven schrijven. Of je het nu wel of niet druk hebt met werk. Blijven schrijven, al is het maar 5 minuten. Iedereen kan 5 minuten vrijmaken op een dag. Lukt het een paar dagen niet, pak je het gewoon weer op. Eten schiet er ook wel eens bij in, maar dat blijf je ook doen. Bij mij zijn het alweer tien minuten geworden. Het nodigt uit… tot verder schrijven. In mijn thriller is het hoog tijd om het personage Luke wat meer uit te diepen. 

De zon laat intussen vandaag haar laatste stralen zien. Om 20.00 ’s avonds is dat na de lange winter een zegening. Laat nu mijn thriller maar uitgroeien tot de boom des levens waarin elke tak met elkaar verbonden is. Het zaadje daarvoor is al geplant.

zondag 31 maart 2013

31/03 Geef ‘arme’ jongeren geen geld maar een rolmodel

Één op de vier Amsterdamse jongeren onder de 18 groeide in 2011 op in armoede. Dat is best veel. In politiek café Schaefer werd op 25 maart gesproken over dit onderwerp. De teneur in het publiek was veelal: ‘zielig, hoe kunnen we die jongeren uit de armoede halen?’ Een verkeerde insteek, vond ik. Volgens mij kun je mensen niet uit de armoede halen. Hooguit de omstandigheden verzachten. En wat een bekrompenheid om te denken dat alle mensen die onder de armoedegrens leven zielig zijn en ‘gered’ moeten worden.

Antoinette Teunissen, ambulant medewerker van Spirit, wist het publiek te vertellen dat armoede vaak van generatie op generatie wordt doorgegeven. Dat is niet zo gek. Kinderen leren van alles op school, maar niet hoe ze met geld moeten omgaan. Dus als ze dit thuis ook niet leren, worden ze de bekende appels die niet ver van de boom vallen. Niet elk gezin dat onder de armoedegrens leeft, heeft het slecht. Dit vertelde Harrie Postma, directeur van het Jeugdsportfonds. Er bestaan veel regelingen voor mensen met een smalle beurs. Postma heeft hierin gelijk, maar dan moeten mensen er wel van op de hoogte zijn en het aandurven om zich op te geven. Uitvinden hoe (en of) je voor bepaalde regelingen in aanmerking komt, is nog een behoorlijke klus. De bureaucratiemachine is meedogenloos en houdt qua voorwaarden en taalgebruik geen rekening met de doelgroep.

Wethouder Pieter Hilhorst stelde terecht dat het onvoldoende is om alleen financiële hulp te bieden aan een probleemgezin. Vaak spelen er meerdere problemen en is een integrale aanpak beter. Ook kan er meer gebruik worden gemaakt van het netwerk van de gezinnen/kinderen zelf. Natuurlijk klopt dit allemaal, maar wat doe je als de ouders van een kind de deur dichthouden voor hulp? Zo’n kind raakt geïsoleerd, voelt zich onbereikbaar en in de steek gelaten. Ook scholen kunnen dan niet helpen. Die signaleren vaak wel problemen, maar worden buiten spel gezet als ouders niet meewerken.

Wat weten we van de plusminus 36.000 kinderen die in Amsterdam onder de armoedegrens leven? Vroeg iemand uit het publiek. Een goede vraag. Het woord armoede heb ik in mijn leven zelden gebruikt, omdat we het in Nederland best goed hebben, ook als je onder de armoedegrens leeft. Toch weet ik hoe het is als je als kind opgroeit in een gezin dat telkens opnieuw een stuk maand overhoudt aan het einde van hun geld. Hoe vervelend het is als er ineens geen warm water is omdat er een rekening niet betaald kan worden. En ja, ik weet hoe het is als je als kind slechts één keer per jaar een nieuw setje kleding kan kopen. Op de markt welteverstaan. Nooit geld hebben, betekent altijd stress hebben. Maar het interesseerde me niet dat ik nooit op vakantie ging en dat Sinterklaas vieren er al heel snel niet meer bij was.

Waar ik echt behoefte aan had, was een toekomstperspectief. Een rolmodel. Dat is wat we kinderen moeten bieden als zij geen ouders hebben die tegen ze zeggen: jij kunt het beter doen dan wij. Zodat hun kind een uitweg ziet en aangemoedigd wordt om het zelf anders te willen doen. Dat lijkt me beter dan de stempel ‘arm’ krijgen. Of nog erger: zielig.

Gelukkig is in Amsterdam en Lelystad een tijdje terug het project Goal in het leven geroepen. Bij Goal worden mensen getraind tot mentor/rolmodel om vervolgens een jaar een kwetsbare jongere te begeleiden bij het formuleren van zijn of haar toekomstdroom. Ik heb me aangemeld. En Goal kan nog extra mentoren gebruiken, dus als je je aangesproken voelt, geef je dan hier op.  

Geef jongeren een toekomstperspectief en laat ze weten wat ze waard zijn. Daar hebben ze echt veel meer aan dan geld. 

maandag 18 maart 2013

18/03 De kracht van de toeschouwer

De afgelopen weken gebeurde er genoeg, maar ik merkte dat ik me nergens druk om maakte. Er verschenen dus geen blogs. Meestal zijn het Nederlandse, Europese of universele verhalen die me bezighouden. De laatste tijd verschuift mijn interesse steeds meer naar mijn directe omgeving.

Wat er in de buurt gebeurt, lees ik in buurtkrantjes. Net als wie er in de straat is komen te overlijden. En dat je voor € 2,50 per keer teken- en schilderles kunt krijgen van een goede docent in een buurthuis. Er schijnen een hele hoop cursussen te worden gegeven voor mensen met een smalle beurs. Gezien de geringe opkomst, denk ik dat het gros van hen daarvan niet op de hoogte is, omdat ze wellicht de buurtkrant niet lezen.

Uit nieuwsgierigheid ging ik een paar weken terug eens rondneuzen in zo’n buurthuis. Prompt kreeg ik een kaartje in de hand gedrukt voor een voorstelling over eerwraak in Podium Mozaiek: Hart vol Eer van stichting Parels. Als zzp-er heb ik de luxe dat ik een dergelijke voorstelling overdag kan bijwonen, dus ging ik ernaartoe.

Drie vrouwen uit verschillende culturen toonden hun verhalen. De voorstelling zat dramaturgisch goed in elkaar en raakte me. Het was getuigenistoneel, een vorm van politiek theater dat erin slaagt om toeschouwers deelgenoot te maken van iets wat normaal ver van je afstaat. Weten dat de verhalen van de vrouwen die ze opvoeren echt zijn (en van henzelf), maakt dat je erin mee wordt gezogen. Geen ontkomen aan. Op televisie blijven zaken als huiselijk geweld op veilige afstand. Maar in het theater is er alleen de scheiding van de 4e wand, zoals de onzichtbare muur tussen publiek en podium heet. Na de voorstelling viel ook deze weg: de microfoon ging rond en diverse toeschouwers - geëmotioneerde mannen en vrouwen van diverse culturele achtergrond - gaven hun mening. Ook ik toonde mijn waardering voor de voorstelling. Na afloop werd ik hierover aangesproken door een enthousiaste medewerker van een team van het stadsdeel dat zich o.a. bezighoudt met discriminatie en huiselijk geweld. Of ik vanuit mijn theaterachtergrond mee wilde denken over wat er nog meer mogelijk is met theater als het gaat om het voelbaar maken van problemen uit de samenleving. Dit was mijn kans om iets voor de buurt te betekenen! dacht ik enthousiast.

Na de voorstelling besefte ik namelijk ook iets anders. We moeten niet wegkijken voor dingen die niet kloppen. Ik ben zelf opgegroeid in een omgeving van huiselijk geweld. Jaren heb ik me afgevraagd hoe anders bepaalde dingen zouden zijn verlopen als iemand zich destijds om mij of mijn familie bekommerd had.

Ik heb het gevoel dat we samen verantwoordelijk zijn voor elkaar en dat het loont om die verantwoordelijkheid te nemen. Hoe groot de problemen ook zijn als het gaat om de mondiale crisis, binnen handbereik kun je problemen directer en sneller oplossen. Indien nodig hand in hand met de (lokale) politiek. Maar steeds meer wordt ook het belang én het bereik van het individu zichtbaar. Het verschil maken, hoe klein ook, kan voor een ander een grootse daad betekenen. Ik zie dit steeds meer om mij heen gebeuren, gelukkig.

Zo kan een ogenschijnlijk onschuldige theatervoorstelling een multicultureel publiek samenbrengen dat ineens inzicht krijgt in problemen die achter gesloten deuren plaatsvinden. De wederzijdse begrip die het veroorzaakt én de oproep om alert te zijn in je eigen straat, is misschien net dat zaadje dat straks een ramp kan voorkomen. Dat is de kracht van het theater, maar méér nog van de toeschouwer. Ik, jij, wij… we kunnen allemaal het verschil maken.

Hart vol Eer. Muziek: Nese Kelekci & Nuria Castells
 

dinsdag 5 februari 2013

05/02 Geen schrijfdogma's maar vluggertjes

Het afgelopen weekend heb ik niet gewerkt. Erg onwennig voelde het, vooral omdat ik vrijdag ook al niet had gewerkt. Ik had dus brutaalweg drie dagen vrij genomen, terwijl ik een waslijst heb met dingen die ik moet doen - niet in de laatste plaats mijn thriller verder schrijven.

In perskamer bij Modefabriek: reportage volgt op Hello Anco
Het blog dat ik elke vrijdag op Joop.nl schrijf, kwam niet uit mijn handen. Ik dacht er wel aan, maar het bleef bij denken. De reportage voor Hello Anco moest ik vorige week al schrijven. Morgen, denk ik steeds. En dat al een week. Terwijl ik de auteurs die ik begeleid vertel dat ze de discipline moeten opbrengen om ook te schrijven als ze geen inspiratie hebben, verzaak ik het schrijven al zeker vijf dagen. Maar, zo troost ik mezelf, er bestaan geen dogma's in schrijversland. Je moet gewoon je eigen weg vinden. Lezen, nadenken en je laten inspireren is ook belangrijk. 

Zo las ik De donkere kamer van Damokles van Hermans in een ruk uit. Terwijl er nog zeker vijf andere boeken naast mijn bed lagen die ik ook nog 'moet' aflezen. Maar soms heb je zo'n boek in handen dat je niet neer kan leggen. Het is bijna vergelijkbaar met seks. Zo’n boek dat zo spannend is dat je je er totaal aan overgeeft. Alles moet wijken, het moet meteen! Een vluggertje dus. 

Vanaf overmorgen zal ik mijn leven beteren. Dan zal ik tussen het redigeren van de beleidsteksten door de muur in de gang schilderen. Knutselwerken afmaken voor aan de muur in de woonkamer. En morgen in de trein schrijf ik dat blog voor Hello Anco. Dat kan net in dat uurtje richting Den Bosch, waar de thrillerauteur die ik coach mij van de trein zal halen. Van daaruit rijden we naar Waalwijk, waar een klas vwo'ers hun ongezouten mening met ons zal delen over het manuscript dat ze mochten lezen. 

Ik kruip zo in bed met Eigen Bloed, een boek van Astrid Werdmuller over moeders die hun kind afstaan ter adoptie. Dat moet ik lezen in het kader van research voor mijn thriller. Gezien het onderwerp zal het geen vluggertje worden, maar misschien biedt het stof voor een langdurige relatie.

vrijdag 25 januari 2013

25/01 Ich bin ein Grieche

Voor ik op de fiets stapte in een sneeuwstorm
Het zijn economisch zware tijden. Daar denken we in Nederland heel veel last van te hebben, maar als je kijkt naar Griekenland, valt dat behoorlijk mee. Gisteren zag ik nog op tv hoe Grieken in een bergdorp besloten de kou te lijf te gaan met illegaal gekapt hout. Rampzalig voor het milieu, maar erst kommt das fressen… De dorpbewoners konden de verdrievoudiging van de energieprijs niet meer ophoesten. Ouderen, fysiek niet in staat om hout te hakken, hoopten op hulp van hen die dat wel konden. Ook zij konden het zich anders niet veroorloven om de kachel aan te steken. Schoolkinderen hadden slechts van 08.00 tot 10.00 de ‘luxe’ om in een warm lokaal te zitten. Daarna ging de kachel uit en deden ze jassen aan. Een paar weken terug zag ik ook op tv hoe afgestudeerden in Griekenland er moedeloos van werden dat ze geen werk konden krijgen. Sommigen werkten wel maar waren al maandenlang niet uitbetaald. Ook al een schrijnend scenario.

Ik dacht aan alle venijnige opmerkingen die mensen maken over ‘de Grieken’. Nog even en ‘Griek’ is een scheldwoord geworden. Zo ver moeten we het niet laten komen. De Grieken zijn met veel. Niet alle Grieken zijn te lui om te werken, niet alle Grieken sluizen geld weg naar het buitenland, niet alle Grieken zijn corrupt. In Nederland zijn ook luie of corrupte mensen te vinden. En als de belastingdienst in Nederland niet zo streng controleerde, zouden er vast nog veel meer mensen proberen om de belasting te ontduiken.

 “Eigen land eerst!” Hoor je boze stemmen regelmatig roepen. Maar volgens mij gaat de “de eigen land eerst-regel” altijd op bij het maken van politieke beslissingen. Het overgrote deel van onze belastingcenten wordt gewoon besteed in (of ten behoeve van) Nederland. En dat merken we ook. Ik ben al vijf jaar zzp-er en vorig jaar was voor mij het slechtste jaar ooit. Ik heb het net gered, en had gemiddeld een inkomen van rond de 750 euro per maand. Zonder arbeidsongeschiktheidsverzekering heb je verder geen recht op een uitkering als zzp-er. Dus ik ben wel even ongerust geweest. Toch waande ik mij gelukkig in een land waarin ik te allen tijden kon rekenen op zorg. Ik waande mij gelukkig in een warme, gerenoveerde, kleine doch fijne huurwoning. En ik kon zelfs nog goedkoop op vakantie gaan en regelmatig inkopen doen bij de bio-winkel. Met andere woorden: in vergelijking met Griekenland heb ik in ongekende luxe geleefd in Nederland. En daar ben ik dankbaar voor.

De Grieken horen bij de Europese Unie. Ze zijn Europeanen, net als wij. Als Europa een lichaam is, dan wil je dat het hele lichaam gezond is. Je vraagt je niet af of je het zonder je vinger kan doen als je vinger gebroken is. Je vraagt je af hoe je het weer kunt helen. En dat gebeurt. Er worden behoorlijk harde maatregels genomen in Griekenland. Maatregels die we hier nooit zouden accepteren. Sterker nog, we zouden ze ons niet eens voor kunnen stellen. Denkt u daar maar eens aan, de volgende keer als u de kachel een paar graden warmer zet. Vanuit Europees perspectief bekeken, ben ik een Griek. Maar zonder de ongemakken die de Grieken op dit moment ondervinden. Dus lieve Nederlanders, juist in tijden van crisis: count your blessings.